Oplossen voor x
x=0
Grafiek
Delen
Gekopieerd naar klembord
x-\frac{1}{3}\left(x-\frac{1}{3}x-\frac{1}{3}\left(-9\right)\right)=\frac{1}{9}\left(x-9\right)
Gebruik de distributieve eigenschap om -\frac{1}{3} te vermenigvuldigen met x-9.
x-\frac{1}{3}\left(x-\frac{1}{3}x+\frac{-\left(-9\right)}{3}\right)=\frac{1}{9}\left(x-9\right)
Druk -\frac{1}{3}\left(-9\right) uit als een enkele breuk.
x-\frac{1}{3}\left(x-\frac{1}{3}x+\frac{9}{3}\right)=\frac{1}{9}\left(x-9\right)
Vermenigvuldig -1 en -9 om 9 te krijgen.
x-\frac{1}{3}\left(x-\frac{1}{3}x+3\right)=\frac{1}{9}\left(x-9\right)
Deel 9 door 3 om 3 te krijgen.
x-\frac{1}{3}\left(\frac{2}{3}x+3\right)=\frac{1}{9}\left(x-9\right)
Combineer x en -\frac{1}{3}x om \frac{2}{3}x te krijgen.
x-\frac{1}{3}\times \frac{2}{3}x-\frac{1}{3}\times 3=\frac{1}{9}\left(x-9\right)
Gebruik de distributieve eigenschap om -\frac{1}{3} te vermenigvuldigen met \frac{2}{3}x+3.
x+\frac{-2}{3\times 3}x-\frac{1}{3}\times 3=\frac{1}{9}\left(x-9\right)
Vermenigvuldig -\frac{1}{3} met \frac{2}{3} door teller maal teller en noemer maal noemer te vermenigvuldigen.
x+\frac{-2}{9}x-\frac{1}{3}\times 3=\frac{1}{9}\left(x-9\right)
Vermenigvuldig in de breuk \frac{-2}{3\times 3}.
x-\frac{2}{9}x-\frac{1}{3}\times 3=\frac{1}{9}\left(x-9\right)
Breuk \frac{-2}{9} kan worden herschreven als -\frac{2}{9} door het minteken af te trekken.
x-\frac{2}{9}x-1=\frac{1}{9}\left(x-9\right)
Streep 3 en 3 weg.
\frac{7}{9}x-1=\frac{1}{9}\left(x-9\right)
Combineer x en -\frac{2}{9}x om \frac{7}{9}x te krijgen.
\frac{7}{9}x-1=\frac{1}{9}x+\frac{1}{9}\left(-9\right)
Gebruik de distributieve eigenschap om \frac{1}{9} te vermenigvuldigen met x-9.
\frac{7}{9}x-1=\frac{1}{9}x+\frac{-9}{9}
Vermenigvuldig \frac{1}{9} en -9 om \frac{-9}{9} te krijgen.
\frac{7}{9}x-1=\frac{1}{9}x-1
Deel -9 door 9 om -1 te krijgen.
\frac{7}{9}x-1-\frac{1}{9}x=-1
Trek aan beide kanten \frac{1}{9}x af.
\frac{2}{3}x-1=-1
Combineer \frac{7}{9}x en -\frac{1}{9}x om \frac{2}{3}x te krijgen.
\frac{2}{3}x=-1+1
Voeg 1 toe aan beide zijden.
\frac{2}{3}x=0
Tel -1 en 1 op om 0 te krijgen.
x=0
Product van twee getallen is gelijk aan 0 als minstens één van de getallen 0 is. Aangezien \frac{2}{3} niet gelijk is aan 0, moet x gelijk zijn aan 0.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}