Oplossen voor x
x=\frac{1}{2}=0,5
x=0
Grafiek
Delen
Gekopieerd naar klembord
\left(x-1\right)x+\left(x-1\right)\left(-1\right)=3x\left(x-1\right)+1
Variabele x kan niet gelijk zijn aan 1 omdat deling door nul niet is gedefinieerd. Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met x-1.
x^{2}-x+\left(x-1\right)\left(-1\right)=3x\left(x-1\right)+1
Gebruik de distributieve eigenschap om x-1 te vermenigvuldigen met x.
x^{2}-x-x+1=3x\left(x-1\right)+1
Gebruik de distributieve eigenschap om x-1 te vermenigvuldigen met -1.
x^{2}-2x+1=3x\left(x-1\right)+1
Combineer -x en -x om -2x te krijgen.
x^{2}-2x+1=3x^{2}-3x+1
Gebruik de distributieve eigenschap om 3x te vermenigvuldigen met x-1.
x^{2}-2x+1-3x^{2}=-3x+1
Trek aan beide kanten 3x^{2} af.
-2x^{2}-2x+1=-3x+1
Combineer x^{2} en -3x^{2} om -2x^{2} te krijgen.
-2x^{2}-2x+1+3x=1
Voeg 3x toe aan beide zijden.
-2x^{2}+x+1=1
Combineer -2x en 3x om x te krijgen.
-2x^{2}+x+1-1=0
Trek aan beide kanten 1 af.
-2x^{2}+x=0
Trek 1 af van 1 om 0 te krijgen.
x=\frac{-1±\sqrt{1^{2}}}{2\left(-2\right)}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer -2 voor a, 1 voor b en 0 voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
x=\frac{-1±1}{2\left(-2\right)}
Bereken de vierkantswortel van 1^{2}.
x=\frac{-1±1}{-4}
Vermenigvuldig 2 met -2.
x=\frac{0}{-4}
Los nu de vergelijking x=\frac{-1±1}{-4} op als ± positief is. Tel -1 op bij 1.
x=0
Deel 0 door -4.
x=-\frac{2}{-4}
Los nu de vergelijking x=\frac{-1±1}{-4} op als ± negatief is. Trek 1 af van -1.
x=\frac{1}{2}
Vereenvoudig de breuk \frac{-2}{-4} tot de kleinste termen door 2 af te trekken en weg te strepen.
x=0 x=\frac{1}{2}
De vergelijking is nu opgelost.
\left(x-1\right)x+\left(x-1\right)\left(-1\right)=3x\left(x-1\right)+1
Variabele x kan niet gelijk zijn aan 1 omdat deling door nul niet is gedefinieerd. Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met x-1.
x^{2}-x+\left(x-1\right)\left(-1\right)=3x\left(x-1\right)+1
Gebruik de distributieve eigenschap om x-1 te vermenigvuldigen met x.
x^{2}-x-x+1=3x\left(x-1\right)+1
Gebruik de distributieve eigenschap om x-1 te vermenigvuldigen met -1.
x^{2}-2x+1=3x\left(x-1\right)+1
Combineer -x en -x om -2x te krijgen.
x^{2}-2x+1=3x^{2}-3x+1
Gebruik de distributieve eigenschap om 3x te vermenigvuldigen met x-1.
x^{2}-2x+1-3x^{2}=-3x+1
Trek aan beide kanten 3x^{2} af.
-2x^{2}-2x+1=-3x+1
Combineer x^{2} en -3x^{2} om -2x^{2} te krijgen.
-2x^{2}-2x+1+3x=1
Voeg 3x toe aan beide zijden.
-2x^{2}+x+1=1
Combineer -2x en 3x om x te krijgen.
-2x^{2}+x=1-1
Trek aan beide kanten 1 af.
-2x^{2}+x=0
Trek 1 af van 1 om 0 te krijgen.
\frac{-2x^{2}+x}{-2}=\frac{0}{-2}
Deel beide zijden van de vergelijking door -2.
x^{2}+\frac{1}{-2}x=\frac{0}{-2}
Delen door -2 maakt de vermenigvuldiging met -2 ongedaan.
x^{2}-\frac{1}{2}x=\frac{0}{-2}
Deel 1 door -2.
x^{2}-\frac{1}{2}x=0
Deel 0 door -2.
x^{2}-\frac{1}{2}x+\left(-\frac{1}{4}\right)^{2}=\left(-\frac{1}{4}\right)^{2}
Deel -\frac{1}{2}, de coëfficiënt van de x term door 2 om -\frac{1}{4} op te halen. Voeg vervolgens het kwadraat van -\frac{1}{4} toe aan beide kanten van de vergelijking. Met deze stap wordt de linkerkant van de vergelijking een perfect vierkant.
x^{2}-\frac{1}{2}x+\frac{1}{16}=\frac{1}{16}
Bereken de wortel van -\frac{1}{4} door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
\left(x-\frac{1}{4}\right)^{2}=\frac{1}{16}
Factoriseer x^{2}-\frac{1}{2}x+\frac{1}{16}. In het algemeen, wanneer x^{2}+bx+c een perfect vierkant is, kan het altijd worden gefactoreerd als \left(x+\frac{b}{2}\right)^{2}.
\sqrt{\left(x-\frac{1}{4}\right)^{2}}=\sqrt{\frac{1}{16}}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
x-\frac{1}{4}=\frac{1}{4} x-\frac{1}{4}=-\frac{1}{4}
Vereenvoudig.
x=\frac{1}{2} x=0
Tel aan beide kanten van de vergelijking \frac{1}{4} op.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}