Factoriseren
\left(x-\left(10-2\sqrt{149}\right)\right)\left(x-\left(2\sqrt{149}+10\right)\right)
Evalueren
x^{2}-20x-496
Grafiek
Delen
Gekopieerd naar klembord
x^{2}-20x-496=0
Kwadratische polynoom kan worden gefactoriseerd met de transformatie ax^{2}+bx+c=a\left(x-x_{1}\right)\left(x-x_{2}\right), waarbij x_{1} en x_{2} de oplossingen van de kwadratische vergelijking ax^{2}+bx+c=0 zijn.
x=\frac{-\left(-20\right)±\sqrt{\left(-20\right)^{2}-4\left(-496\right)}}{2}
Alle vergelijkingen van de vorm ax^{2}+bx+c=0 kunnen worden opgelost met behulp van de kwadratische formule: \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}. De kwadratische formule biedt twee oplossingen: één wanneer ± een optelling is en één wanneer het gaat om aftrekken.
x=\frac{-\left(-20\right)±\sqrt{400-4\left(-496\right)}}{2}
Bereken de wortel van -20.
x=\frac{-\left(-20\right)±\sqrt{400+1984}}{2}
Vermenigvuldig -4 met -496.
x=\frac{-\left(-20\right)±\sqrt{2384}}{2}
Tel 400 op bij 1984.
x=\frac{-\left(-20\right)±4\sqrt{149}}{2}
Bereken de vierkantswortel van 2384.
x=\frac{20±4\sqrt{149}}{2}
Het tegenovergestelde van -20 is 20.
x=\frac{4\sqrt{149}+20}{2}
Los nu de vergelijking x=\frac{20±4\sqrt{149}}{2} op als ± positief is. Tel 20 op bij 4\sqrt{149}.
x=2\sqrt{149}+10
Deel 20+4\sqrt{149} door 2.
x=\frac{20-4\sqrt{149}}{2}
Los nu de vergelijking x=\frac{20±4\sqrt{149}}{2} op als ± negatief is. Trek 4\sqrt{149} af van 20.
x=10-2\sqrt{149}
Deel 20-4\sqrt{149} door 2.
x^{2}-20x-496=\left(x-\left(2\sqrt{149}+10\right)\right)\left(x-\left(10-2\sqrt{149}\right)\right)
Factoriseer de oorspronkelijke expressie met behulp van ax^{2}+bx+c=a\left(x-x_{1}\right)\left(x-x_{2}\right). Vervang x_{1} door 10+2\sqrt{149} en x_{2} door 10-2\sqrt{149}.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}