Evalueren
4
Factoriseren
2^{2}
Delen
Gekopieerd naar klembord
\frac{12}{2}-\frac{3}{2}-\left(\frac{11}{12}+\frac{1}{4}\right)-\left(\frac{1}{2}-\frac{7}{6}\right)
Converteer 6 naar breuk \frac{12}{2}.
\frac{12-3}{2}-\left(\frac{11}{12}+\frac{1}{4}\right)-\left(\frac{1}{2}-\frac{7}{6}\right)
Aangezien \frac{12}{2} en \frac{3}{2} dezelfde noemer hebben, kunt u ze aftrekken door hun tellers af te trekken.
\frac{9}{2}-\left(\frac{11}{12}+\frac{1}{4}\right)-\left(\frac{1}{2}-\frac{7}{6}\right)
Trek 3 af van 12 om 9 te krijgen.
\frac{9}{2}-\left(\frac{11}{12}+\frac{3}{12}\right)-\left(\frac{1}{2}-\frac{7}{6}\right)
Kleinste gemene veelvoud van 12 en 4 is 12. Converteer \frac{11}{12} en \frac{1}{4} voor breuken met de noemer 12.
\frac{9}{2}-\frac{11+3}{12}-\left(\frac{1}{2}-\frac{7}{6}\right)
Aangezien \frac{11}{12} en \frac{3}{12} dezelfde noemer hebben, kunt u ze toevoegen door hun tellers toe te voegen.
\frac{9}{2}-\frac{14}{12}-\left(\frac{1}{2}-\frac{7}{6}\right)
Tel 11 en 3 op om 14 te krijgen.
\frac{9}{2}-\frac{7}{6}-\left(\frac{1}{2}-\frac{7}{6}\right)
Vereenvoudig de breuk \frac{14}{12} tot de kleinste termen door 2 af te trekken en weg te strepen.
\frac{27}{6}-\frac{7}{6}-\left(\frac{1}{2}-\frac{7}{6}\right)
Kleinste gemene veelvoud van 2 en 6 is 6. Converteer \frac{9}{2} en \frac{7}{6} voor breuken met de noemer 6.
\frac{27-7}{6}-\left(\frac{1}{2}-\frac{7}{6}\right)
Aangezien \frac{27}{6} en \frac{7}{6} dezelfde noemer hebben, kunt u ze aftrekken door hun tellers af te trekken.
\frac{20}{6}-\left(\frac{1}{2}-\frac{7}{6}\right)
Trek 7 af van 27 om 20 te krijgen.
\frac{10}{3}-\left(\frac{1}{2}-\frac{7}{6}\right)
Vereenvoudig de breuk \frac{20}{6} tot de kleinste termen door 2 af te trekken en weg te strepen.
\frac{10}{3}-\left(\frac{3}{6}-\frac{7}{6}\right)
Kleinste gemene veelvoud van 2 en 6 is 6. Converteer \frac{1}{2} en \frac{7}{6} voor breuken met de noemer 6.
\frac{10}{3}-\frac{3-7}{6}
Aangezien \frac{3}{6} en \frac{7}{6} dezelfde noemer hebben, kunt u ze aftrekken door hun tellers af te trekken.
\frac{10}{3}-\frac{-4}{6}
Trek 7 af van 3 om -4 te krijgen.
\frac{10}{3}-\left(-\frac{2}{3}\right)
Vereenvoudig de breuk \frac{-4}{6} tot de kleinste termen door 2 af te trekken en weg te strepen.
\frac{10}{3}+\frac{2}{3}
Het tegenovergestelde van -\frac{2}{3} is \frac{2}{3}.
\frac{10+2}{3}
Aangezien \frac{10}{3} en \frac{2}{3} dezelfde noemer hebben, kunt u ze toevoegen door hun tellers toe te voegen.
\frac{12}{3}
Tel 10 en 2 op om 12 te krijgen.
4
Deel 12 door 3 om 4 te krijgen.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}