Overslaan en naar de inhoud gaan
Oplossen voor x
Tick mark Image
Grafiek

Vergelijkbare problemen van Web Search

Delen

3x^{2}-15-4x=0
Trek aan beide kanten 4x af.
3x^{2}-4x-15=0
Rangschik de polynoom om deze de standaardvorm te geven. Rangschik de termen van de hoogste naar de laagste macht.
a+b=-4 ab=3\left(-15\right)=-45
Als u de vergelijking wilt oplossen, factoriseert u de linkerkant door te groeperen. De linkerkant moet eerst worden herschreven als 3x^{2}+ax+bx-15. Als u a en b wilt zoeken, moet u een systeem instellen dat kan worden opgelost.
1,-45 3,-15 5,-9
Omdat ab negatief is, a en b de tegenovergestelde tekens. Omdat a+b negatief is, heeft het negatieve getal een grotere absolute waarde dan de positieve. Alle paren met gehele getallen die een product -45 geven weergeven.
1-45=-44 3-15=-12 5-9=-4
Bereken de som voor elk paar.
a=-9 b=5
De oplossing is het paar dat de som -4 geeft.
\left(3x^{2}-9x\right)+\left(5x-15\right)
Herschrijf 3x^{2}-4x-15 als \left(3x^{2}-9x\right)+\left(5x-15\right).
3x\left(x-3\right)+5\left(x-3\right)
Factoriseer 3x in de eerste en 5 in de tweede groep.
\left(x-3\right)\left(3x+5\right)
Factoriseer de gemeenschappelijke term x-3 door gebruik te maken van distributieve eigenschap.
x=3 x=-\frac{5}{3}
Als u oplossingen voor vergelijkingen zoekt, lost u x-3=0 en 3x+5=0 op.
3x^{2}-15-4x=0
Trek aan beide kanten 4x af.
3x^{2}-4x-15=0
Alle vergelijkingen van de vorm ax^{2}+bx+c=0 kunnen worden opgelost met behulp van de kwadratische formule: \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}. De kwadratische formule biedt twee oplossingen: één wanneer ± een optelling is en één wanneer het gaat om aftrekken.
x=\frac{-\left(-4\right)±\sqrt{\left(-4\right)^{2}-4\times 3\left(-15\right)}}{2\times 3}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer 3 voor a, -4 voor b en -15 voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
x=\frac{-\left(-4\right)±\sqrt{16-4\times 3\left(-15\right)}}{2\times 3}
Bereken de wortel van -4.
x=\frac{-\left(-4\right)±\sqrt{16-12\left(-15\right)}}{2\times 3}
Vermenigvuldig -4 met 3.
x=\frac{-\left(-4\right)±\sqrt{16+180}}{2\times 3}
Vermenigvuldig -12 met -15.
x=\frac{-\left(-4\right)±\sqrt{196}}{2\times 3}
Tel 16 op bij 180.
x=\frac{-\left(-4\right)±14}{2\times 3}
Bereken de vierkantswortel van 196.
x=\frac{4±14}{2\times 3}
Het tegenovergestelde van -4 is 4.
x=\frac{4±14}{6}
Vermenigvuldig 2 met 3.
x=\frac{18}{6}
Los nu de vergelijking x=\frac{4±14}{6} op als ± positief is. Tel 4 op bij 14.
x=3
Deel 18 door 6.
x=-\frac{10}{6}
Los nu de vergelijking x=\frac{4±14}{6} op als ± negatief is. Trek 14 af van 4.
x=-\frac{5}{3}
Vereenvoudig de breuk \frac{-10}{6} tot de kleinste termen door 2 af te trekken en weg te strepen.
x=3 x=-\frac{5}{3}
De vergelijking is nu opgelost.
3x^{2}-15-4x=0
Trek aan beide kanten 4x af.
3x^{2}-4x=15
Voeg 15 toe aan beide zijden. Een waarde plus nul retourneert zichzelf.
\frac{3x^{2}-4x}{3}=\frac{15}{3}
Deel beide zijden van de vergelijking door 3.
x^{2}-\frac{4}{3}x=\frac{15}{3}
Delen door 3 maakt de vermenigvuldiging met 3 ongedaan.
x^{2}-\frac{4}{3}x=5
Deel 15 door 3.
x^{2}-\frac{4}{3}x+\left(-\frac{2}{3}\right)^{2}=5+\left(-\frac{2}{3}\right)^{2}
Deel -\frac{4}{3}, de coëfficiënt van de x term door 2 om -\frac{2}{3} op te halen. Voeg vervolgens het kwadraat van -\frac{2}{3} toe aan beide zijden van de vergelijking. Met deze stap wordt de linkerzijde van de vergelijking een perfect vier kant.
x^{2}-\frac{4}{3}x+\frac{4}{9}=5+\frac{4}{9}
Bereken de wortel van -\frac{2}{3} door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
x^{2}-\frac{4}{3}x+\frac{4}{9}=\frac{49}{9}
Tel 5 op bij \frac{4}{9}.
\left(x-\frac{2}{3}\right)^{2}=\frac{49}{9}
Factoriseer x^{2}-\frac{4}{3}x+\frac{4}{9}. In het algemeen, als x^{2}+bx+c een kwadraatgetal is, kan het altijd worden gefactoriseerd als \left(x+\frac{b}{2}\right)^{2}.
\sqrt{\left(x-\frac{2}{3}\right)^{2}}=\sqrt{\frac{49}{9}}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
x-\frac{2}{3}=\frac{7}{3} x-\frac{2}{3}=-\frac{7}{3}
Vereenvoudig.
x=3 x=-\frac{5}{3}
Tel aan beide kanten van de vergelijking \frac{2}{3} op.