Evalueren
\frac{131}{10}=13,1
Factoriseren
\frac{131}{2 \cdot 5} = 13\frac{1}{10} = 13,1
Delen
Gekopieerd naar klembord
\frac{\frac{12+1}{4}}{\frac{7}{8}-\frac{2}{3}}-2\times \frac{1\times 4+1}{4}
Vermenigvuldig 3 en 4 om 12 te krijgen.
\frac{\frac{13}{4}}{\frac{7}{8}-\frac{2}{3}}-2\times \frac{1\times 4+1}{4}
Tel 12 en 1 op om 13 te krijgen.
\frac{\frac{13}{4}}{\frac{21}{24}-\frac{16}{24}}-2\times \frac{1\times 4+1}{4}
Kleinste gemene veelvoud van 8 en 3 is 24. Converteer \frac{7}{8} en \frac{2}{3} voor breuken met de noemer 24.
\frac{\frac{13}{4}}{\frac{21-16}{24}}-2\times \frac{1\times 4+1}{4}
Aangezien \frac{21}{24} en \frac{16}{24} dezelfde noemer hebben, kunt u ze aftrekken door hun tellers af te trekken.
\frac{\frac{13}{4}}{\frac{5}{24}}-2\times \frac{1\times 4+1}{4}
Trek 16 af van 21 om 5 te krijgen.
\frac{13}{4}\times \frac{24}{5}-2\times \frac{1\times 4+1}{4}
Deel \frac{13}{4} door \frac{5}{24} door \frac{13}{4} te vermenigvuldigen met de omgekeerde waarde van \frac{5}{24}.
\frac{13\times 24}{4\times 5}-2\times \frac{1\times 4+1}{4}
Vermenigvuldig \frac{13}{4} met \frac{24}{5} door teller maal teller en noemer maal noemer te vermenigvuldigen.
\frac{312}{20}-2\times \frac{1\times 4+1}{4}
Vermenigvuldig in de breuk \frac{13\times 24}{4\times 5}.
\frac{78}{5}-2\times \frac{1\times 4+1}{4}
Vereenvoudig de breuk \frac{312}{20} tot de kleinste termen door 4 af te trekken en weg te strepen.
\frac{78}{5}-2\times \frac{4+1}{4}
Vermenigvuldig 1 en 4 om 4 te krijgen.
\frac{78}{5}-2\times \frac{5}{4}
Tel 4 en 1 op om 5 te krijgen.
\frac{78}{5}-\frac{2\times 5}{4}
Druk 2\times \frac{5}{4} uit als een enkele breuk.
\frac{78}{5}-\frac{10}{4}
Vermenigvuldig 2 en 5 om 10 te krijgen.
\frac{78}{5}-\frac{5}{2}
Vereenvoudig de breuk \frac{10}{4} tot de kleinste termen door 2 af te trekken en weg te strepen.
\frac{156}{10}-\frac{25}{10}
Kleinste gemene veelvoud van 5 en 2 is 10. Converteer \frac{78}{5} en \frac{5}{2} voor breuken met de noemer 10.
\frac{156-25}{10}
Aangezien \frac{156}{10} en \frac{25}{10} dezelfde noemer hebben, kunt u ze aftrekken door hun tellers af te trekken.
\frac{131}{10}
Trek 25 af van 156 om 131 te krijgen.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}