Los 276=4(11/2*3/4t+3/4t+t) op

$$276 = 4 ( 1 \frac { 1 } { 2 } \times \frac { 3 } { 4 } t + \frac { 3 } { 4 } t + t )$$

Oplossen voor t

$$t=24$$

Stappen voor oplossen lineaire vergelijking

Deel beide zijden van de vergelijking door 4.

$$\frac{276}{4}=\frac{1\times 2+1}{2}\times \frac{3}{4}t+\frac{3}{4}t+t$$

Deel 276 door 4 om 69 te krijgen.

$$69=\frac{1\times 2+1}{2}\times \frac{3}{4}t+\frac{3}{4}t+t$$

Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met 4, de kleinste gemeenschappelijke noemer van 2,4.

$$276=2\left(1\times 2+1\right)\times \frac{3}{4}t+3t+4t$$

Vermenigvuldig 1 en 2 om 2 te krijgen.

$$276=2\left(2+1\right)\times \frac{3}{4}t+3t+4t$$

Tel 2 en 1 op om 3 te krijgen.

$$276=2\times 3\times \frac{3}{4}t+3t+4t$$

Vermenigvuldig 2 en 3 om 6 te krijgen.

$$276=6\times \frac{3}{4}t+3t+4t$$

Druk 6\times \frac{3}{4} uit als een enkele breuk.

$$276=\frac{6\times 3}{4}t+3t+4t$$

Vermenigvuldig 6 en 3 om 18 te krijgen.

$$276=\frac{18}{4}t+3t+4t$$

Vereenvoudig de breuk \frac{18}{4} tot de kleinste termen door 2 af te trekken en weg te strepen.

$$276=\frac{9}{2}t+3t+4t$$

Combineer \frac{9}{2}t en 3t om \frac{15}{2}t te krijgen.

$$276=\frac{15}{2}t+4t$$

Combineer \frac{15}{2}t en 4t om \frac{23}{2}t te krijgen.

$$276=\frac{23}{2}t$$

Verwissel de kanten zodat alle variabelen zich aan de linkerkant bevinden.

$$\frac{23}{2}t=276$$

Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met \frac{2}{23}, het omgekeerde van \frac{23}{2}.

$$t=276\times \frac{2}{23}$$

Druk 276\times \frac{2}{23} uit als een enkele breuk.

$$t=\frac{276\times 2}{23}$$

Vermenigvuldig 276 en 2 om 552 te krijgen.

$$t=\frac{552}{23}$$

Deel 552 door 23 om 24 te krijgen.

$$t=24$$