Oplossen voor z
z = -\frac{13}{2} = -6\frac{1}{2} = -6,5
Delen
Gekopieerd naar klembord
8z-5=10z+8
Combineer 20z en -12z om 8z te krijgen.
8z-5-10z=8
Trek aan beide kanten 10z af.
-2z-5=8
Combineer 8z en -10z om -2z te krijgen.
-2z=8+5
Voeg 5 toe aan beide zijden.
-2z=13
Tel 8 en 5 op om 13 te krijgen.
z=\frac{13}{-2}
Deel beide zijden van de vergelijking door -2.
z=-\frac{13}{2}
Breuk \frac{13}{-2} kan worden herschreven als -\frac{13}{2} door het minteken af te trekken.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}