Oplossen voor p, b
p = \frac{209}{128} = 1\frac{81}{128} = 1,6328125
b = -\frac{1071}{64} = -16\frac{47}{64} = -16,734375
Delen
Gekopieerd naar klembord
b-2p=-20
Neem de tweede vergelijking. Trek aan beide kanten 2p af.
250p+3b=358,-2p+b=-20
Als u een vergelijkingenpaar wilt oplossen met behulp van substitutie, lost u eerst één van de vergelijkingen op voor één van de variabelen. Substitueer vervolgens het resultaat voor deze variabele in de andere vergelijking.
250p+3b=358
Kies een van de vergelijkingen en los deze op voor p, door p te isoleren aan de linkerkant van het gelijkteken.
250p=-3b+358
Trek aan beide kanten van de vergelijking 3b af.
p=\frac{1}{250}\left(-3b+358\right)
Deel beide zijden van de vergelijking door 250.
p=-\frac{3}{250}b+\frac{179}{125}
Vermenigvuldig \frac{1}{250} met -3b+358.
-2\left(-\frac{3}{250}b+\frac{179}{125}\right)+b=-20
Substitueer -\frac{3b}{250}+\frac{179}{125} voor p in de andere vergelijking: -2p+b=-20.
\frac{3}{125}b-\frac{358}{125}+b=-20
Vermenigvuldig -2 met -\frac{3b}{250}+\frac{179}{125}.
\frac{128}{125}b-\frac{358}{125}=-20
Tel \frac{3b}{125} op bij b.
\frac{128}{125}b=-\frac{2142}{125}
Tel aan beide kanten van de vergelijking \frac{358}{125} op.
b=-\frac{1071}{64}
Deel beide kanten van de vergelijking door \frac{128}{125}. Dit is hetzelfde is als beide kanten vermenigvuldigen met de omgekeerde waarde van de breuk.
p=-\frac{3}{250}\left(-\frac{1071}{64}\right)+\frac{179}{125}
Vervang -\frac{1071}{64} door b in p=-\frac{3}{250}b+\frac{179}{125}. Omdat de resulterende vergelijking slechts één variabele bevat, kunt u p direct oplossen.
p=\frac{3213}{16000}+\frac{179}{125}
Vermenigvuldig -\frac{3}{250} met -\frac{1071}{64} door teller maal teller en noemer maal noemer te vermenigvuldigen. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
p=\frac{209}{128}
Tel \frac{179}{125} op bij \frac{3213}{16000} door een gemeenschappelijke noemer te bepalen en de tellers op te tellen. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
p=\frac{209}{128},b=-\frac{1071}{64}
Het systeem is nu opgelost.
b-2p=-20
Neem de tweede vergelijking. Trek aan beide kanten 2p af.
250p+3b=358,-2p+b=-20
Herorden de vergelijkingen in de standaardvorm en gebruik vervolgens matrices om het systeem van vergelijkingen op te lossen.
\left(\begin{matrix}250&3\\-2&1\end{matrix}\right)\left(\begin{matrix}p\\b\end{matrix}\right)=\left(\begin{matrix}358\\-20\end{matrix}\right)
Schrijf de vergelijkingen als matrices.
inverse(\left(\begin{matrix}250&3\\-2&1\end{matrix}\right))\left(\begin{matrix}250&3\\-2&1\end{matrix}\right)\left(\begin{matrix}p\\b\end{matrix}\right)=inverse(\left(\begin{matrix}250&3\\-2&1\end{matrix}\right))\left(\begin{matrix}358\\-20\end{matrix}\right)
Vermenigvuldig de linkerkant van de vergelijking met de inverse matrix van \left(\begin{matrix}250&3\\-2&1\end{matrix}\right).
\left(\begin{matrix}1&0\\0&1\end{matrix}\right)\left(\begin{matrix}p\\b\end{matrix}\right)=inverse(\left(\begin{matrix}250&3\\-2&1\end{matrix}\right))\left(\begin{matrix}358\\-20\end{matrix}\right)
Het product van een matrix en zijn inverse is de eenheidsmatrix.
\left(\begin{matrix}p\\b\end{matrix}\right)=inverse(\left(\begin{matrix}250&3\\-2&1\end{matrix}\right))\left(\begin{matrix}358\\-20\end{matrix}\right)
Vermenigvuldig de matrices aan de linkerkant van het gelijkteken.
\left(\begin{matrix}p\\b\end{matrix}\right)=\left(\begin{matrix}\frac{1}{250-3\left(-2\right)}&-\frac{3}{250-3\left(-2\right)}\\-\frac{-2}{250-3\left(-2\right)}&\frac{250}{250-3\left(-2\right)}\end{matrix}\right)\left(\begin{matrix}358\\-20\end{matrix}\right)
Voor de 2\times 2 matrix \left(\begin{matrix}a&b\\c&d\end{matrix}\right), wordt de omgekeerde matrix \left(\begin{matrix}\frac{d}{ad-bc}&\frac{-b}{ad-bc}\\\frac{-c}{ad-bc}&\frac{a}{ad-bc}\end{matrix}\right), zodat de matrixvergelijking kan worden herschreven als een probleem met matrixvermeniging.
\left(\begin{matrix}p\\b\end{matrix}\right)=\left(\begin{matrix}\frac{1}{256}&-\frac{3}{256}\\\frac{1}{128}&\frac{125}{128}\end{matrix}\right)\left(\begin{matrix}358\\-20\end{matrix}\right)
Voer de berekeningen uit.
\left(\begin{matrix}p\\b\end{matrix}\right)=\left(\begin{matrix}\frac{1}{256}\times 358-\frac{3}{256}\left(-20\right)\\\frac{1}{128}\times 358+\frac{125}{128}\left(-20\right)\end{matrix}\right)
Vermenigvuldig de matrices.
\left(\begin{matrix}p\\b\end{matrix}\right)=\left(\begin{matrix}\frac{209}{128}\\-\frac{1071}{64}\end{matrix}\right)
Voer de berekeningen uit.
p=\frac{209}{128},b=-\frac{1071}{64}
Herleid de matrixelementen p en b.
b-2p=-20
Neem de tweede vergelijking. Trek aan beide kanten 2p af.
250p+3b=358,-2p+b=-20
Als u wilt oplossen door eliminatie, moeten de coëfficiënten van een van de variabelen gelijk zijn in beide vergelijkingen, zodat de variabele wordt weggestreept wanneer de ene vergelijking wordt afgetrokken van de andere.
-2\times 250p-2\times 3b=-2\times 358,250\left(-2\right)p+250b=250\left(-20\right)
Als u 250p en -2p gelijk wilt maken, vermenigvuldigt u alle termen aan elke kant van de eerste vergelijking met -2 en alle termen aan elke kant van de tweede vergelijking met 250.
-500p-6b=-716,-500p+250b=-5000
Vereenvoudig.
-500p+500p-6b-250b=-716+5000
Trek -500p+250b=-5000 af van -500p-6b=-716 door gelijke termen aan elke kant van het gelijkteken af te trekken.
-6b-250b=-716+5000
Tel -500p op bij 500p. De termen -500p en 500p worden tegen elkaar weggestreept. Hierdoor blijft er een oplosbare vergelijking met slechts één variabele over.
-256b=-716+5000
Tel -6b op bij -250b.
-256b=4284
Tel -716 op bij 5000.
b=-\frac{1071}{64}
Deel beide zijden van de vergelijking door -256.
-2p-\frac{1071}{64}=-20
Vervang -\frac{1071}{64} door b in -2p+b=-20. Omdat de resulterende vergelijking slechts één variabele bevat, kunt u p direct oplossen.
-2p=-\frac{209}{64}
Tel aan beide kanten van de vergelijking \frac{1071}{64} op.
p=\frac{209}{128}
Deel beide zijden van de vergelijking door -2.
p=\frac{209}{128},b=-\frac{1071}{64}
Het systeem is nu opgelost.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}