Oplossen voor x, y
x=-\frac{2}{13}\approx -0,153846154
y = \frac{42}{13} = 3\frac{3}{13} \approx 3,230769231
Grafiek
Delen
Gekopieerd naar klembord
2x-3y+10=0,5x-y+4=0
Als u een vergelijkingenpaar wilt oplossen met behulp van substitutie, lost u eerst één van de vergelijkingen op voor één van de variabelen. Substitueer vervolgens het resultaat voor deze variabele in de andere vergelijking.
2x-3y+10=0
Kies een van de vergelijkingen en los deze op voor x, door x te isoleren aan de linkerkant van het gelijkteken.
2x-3y=-10
Trek aan beide kanten van de vergelijking 10 af.
2x=3y-10
Tel aan beide kanten van de vergelijking 3y op.
x=\frac{1}{2}\left(3y-10\right)
Deel beide zijden van de vergelijking door 2.
x=\frac{3}{2}y-5
Vermenigvuldig \frac{1}{2} met 3y-10.
5\left(\frac{3}{2}y-5\right)-y+4=0
Substitueer \frac{3y}{2}-5 voor x in de andere vergelijking: 5x-y+4=0.
\frac{15}{2}y-25-y+4=0
Vermenigvuldig 5 met \frac{3y}{2}-5.
\frac{13}{2}y-25+4=0
Tel \frac{15y}{2} op bij -y.
\frac{13}{2}y-21=0
Tel -25 op bij 4.
\frac{13}{2}y=21
Tel aan beide kanten van de vergelijking 21 op.
y=\frac{42}{13}
Deel beide kanten van de vergelijking door \frac{13}{2}. Dit is hetzelfde is als beide kanten vermenigvuldigen met de omgekeerde waarde van de breuk.
x=\frac{3}{2}\times \frac{42}{13}-5
Vervang \frac{42}{13} door y in x=\frac{3}{2}y-5. Omdat de resulterende vergelijking slechts één variabele bevat, kunt u x direct oplossen.
x=\frac{63}{13}-5
Vermenigvuldig \frac{3}{2} met \frac{42}{13} door teller maal teller en noemer maal noemer te vermenigvuldigen. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
x=-\frac{2}{13}
Tel -5 op bij \frac{63}{13}.
x=-\frac{2}{13},y=\frac{42}{13}
Het systeem is nu opgelost.
2x-3y+10=0,5x-y+4=0
Herorden de vergelijkingen in de standaardvorm en gebruik vervolgens matrices om het systeem van vergelijkingen op te lossen.
\left(\begin{matrix}2&-3\\5&-1\end{matrix}\right)\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=\left(\begin{matrix}-10\\-4\end{matrix}\right)
Schrijf de vergelijkingen als matrices.
inverse(\left(\begin{matrix}2&-3\\5&-1\end{matrix}\right))\left(\begin{matrix}2&-3\\5&-1\end{matrix}\right)\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=inverse(\left(\begin{matrix}2&-3\\5&-1\end{matrix}\right))\left(\begin{matrix}-10\\-4\end{matrix}\right)
Vermenigvuldig de linkerkant van de vergelijking met de inverse matrix van \left(\begin{matrix}2&-3\\5&-1\end{matrix}\right).
\left(\begin{matrix}1&0\\0&1\end{matrix}\right)\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=inverse(\left(\begin{matrix}2&-3\\5&-1\end{matrix}\right))\left(\begin{matrix}-10\\-4\end{matrix}\right)
Het product van een matrix en zijn inverse is de eenheidsmatrix.
\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=inverse(\left(\begin{matrix}2&-3\\5&-1\end{matrix}\right))\left(\begin{matrix}-10\\-4\end{matrix}\right)
Vermenigvuldig de matrices aan de linkerkant van het gelijkteken.
\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=\left(\begin{matrix}-\frac{1}{2\left(-1\right)-\left(-3\times 5\right)}&-\frac{-3}{2\left(-1\right)-\left(-3\times 5\right)}\\-\frac{5}{2\left(-1\right)-\left(-3\times 5\right)}&\frac{2}{2\left(-1\right)-\left(-3\times 5\right)}\end{matrix}\right)\left(\begin{matrix}-10\\-4\end{matrix}\right)
Voor de 2\times 2 matrix \left(\begin{matrix}a&b\\c&d\end{matrix}\right), wordt de omgekeerde matrix \left(\begin{matrix}\frac{d}{ad-bc}&\frac{-b}{ad-bc}\\\frac{-c}{ad-bc}&\frac{a}{ad-bc}\end{matrix}\right), zodat de matrixvergelijking kan worden herschreven als een probleem met matrixvermeniging.
\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=\left(\begin{matrix}-\frac{1}{13}&\frac{3}{13}\\-\frac{5}{13}&\frac{2}{13}\end{matrix}\right)\left(\begin{matrix}-10\\-4\end{matrix}\right)
Voer de berekeningen uit.
\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=\left(\begin{matrix}-\frac{1}{13}\left(-10\right)+\frac{3}{13}\left(-4\right)\\-\frac{5}{13}\left(-10\right)+\frac{2}{13}\left(-4\right)\end{matrix}\right)
Vermenigvuldig de matrices.
\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=\left(\begin{matrix}-\frac{2}{13}\\\frac{42}{13}\end{matrix}\right)
Voer de berekeningen uit.
x=-\frac{2}{13},y=\frac{42}{13}
Herleid de matrixelementen x en y.
2x-3y+10=0,5x-y+4=0
Als u wilt oplossen door eliminatie, moeten de coëfficiënten van een van de variabelen gelijk zijn in beide vergelijkingen, zodat de variabele wordt weggestreept wanneer de ene vergelijking wordt afgetrokken van de andere.
5\times 2x+5\left(-3\right)y+5\times 10=0,2\times 5x+2\left(-1\right)y+2\times 4=0
Als u 2x en 5x gelijk wilt maken, vermenigvuldigt u alle termen aan elke kant van de eerste vergelijking met 5 en alle termen aan elke kant van de tweede vergelijking met 2.
10x-15y+50=0,10x-2y+8=0
Vereenvoudig.
10x-10x-15y+2y+50-8=0
Trek 10x-2y+8=0 af van 10x-15y+50=0 door gelijke termen aan elke kant van het gelijkteken af te trekken.
-15y+2y+50-8=0
Tel 10x op bij -10x. De termen 10x en -10x worden tegen elkaar weggestreept. Hierdoor blijft er een oplosbare vergelijking met slechts één variabele over.
-13y+50-8=0
Tel -15y op bij 2y.
-13y+42=0
Tel 50 op bij -8.
-13y=-42
Trek aan beide kanten van de vergelijking 42 af.
y=\frac{42}{13}
Deel beide zijden van de vergelijking door -13.
5x-\frac{42}{13}+4=0
Vervang \frac{42}{13} door y in 5x-y+4=0. Omdat de resulterende vergelijking slechts één variabele bevat, kunt u x direct oplossen.
5x+\frac{10}{13}=0
Tel -\frac{42}{13} op bij 4.
5x=-\frac{10}{13}
Trek aan beide kanten van de vergelijking \frac{10}{13} af.
x=-\frac{2}{13}
Deel beide zijden van de vergelijking door 5.
x=-\frac{2}{13},y=\frac{42}{13}
Het systeem is nu opgelost.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}