Overslaan en naar de inhoud gaan
Oplossen voor x
Tick mark Image
Grafiek

Vergelijkbare problemen van Web Search

Delen

2x^{2}-2x=1
Alle vergelijkingen van de vorm ax^{2}+bx+c=0 kunnen worden opgelost met behulp van de kwadratische formule: \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}. De kwadratische formule biedt twee oplossingen: één wanneer ± een optelling is en één wanneer het gaat om aftrekken.
2x^{2}-2x-1=1-1
Trek aan beide kanten van de vergelijking 1 af.
2x^{2}-2x-1=0
Als u 1 aftrekt van zichzelf is de uitkomst 0.
x=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{\left(-2\right)^{2}-4\times 2\left(-1\right)}}{2\times 2}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer 2 voor a, -2 voor b en -1 voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
x=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{4-4\times 2\left(-1\right)}}{2\times 2}
Bereken de wortel van -2.
x=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{4-8\left(-1\right)}}{2\times 2}
Vermenigvuldig -4 met 2.
x=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{4+8}}{2\times 2}
Vermenigvuldig -8 met -1.
x=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{12}}{2\times 2}
Tel 4 op bij 8.
x=\frac{-\left(-2\right)±2\sqrt{3}}{2\times 2}
Bereken de vierkantswortel van 12.
x=\frac{2±2\sqrt{3}}{2\times 2}
Het tegenovergestelde van -2 is 2.
x=\frac{2±2\sqrt{3}}{4}
Vermenigvuldig 2 met 2.
x=\frac{2\sqrt{3}+2}{4}
Los nu de vergelijking x=\frac{2±2\sqrt{3}}{4} op als ± positief is. Tel 2 op bij 2\sqrt{3}.
x=\frac{\sqrt{3}+1}{2}
Deel 2+2\sqrt{3} door 4.
x=\frac{2-2\sqrt{3}}{4}
Los nu de vergelijking x=\frac{2±2\sqrt{3}}{4} op als ± negatief is. Trek 2\sqrt{3} af van 2.
x=\frac{1-\sqrt{3}}{2}
Deel 2-2\sqrt{3} door 4.
x=\frac{\sqrt{3}+1}{2} x=\frac{1-\sqrt{3}}{2}
De vergelijking is nu opgelost.
2x^{2}-2x=1
Kwadratische vergelijkingen zoals deze kunnen worden opgelost door de wortel te berekenen. Hiervoor moet de vergelijking deze vorm hebben: x^{2}+bx=c.
\frac{2x^{2}-2x}{2}=\frac{1}{2}
Deel beide zijden van de vergelijking door 2.
x^{2}+\left(-\frac{2}{2}\right)x=\frac{1}{2}
Delen door 2 maakt de vermenigvuldiging met 2 ongedaan.
x^{2}-x=\frac{1}{2}
Deel -2 door 2.
x^{2}-x+\left(-\frac{1}{2}\right)^{2}=\frac{1}{2}+\left(-\frac{1}{2}\right)^{2}
Deel -1, de coëfficiënt van de x term door 2 om -\frac{1}{2} op te halen. Voeg vervolgens het kwadraat van -\frac{1}{2} toe aan beide zijden van de vergelijking. Met deze stap wordt de linkerzijde van de vergelijking een perfect vier kant.
x^{2}-x+\frac{1}{4}=\frac{1}{2}+\frac{1}{4}
Bereken de wortel van -\frac{1}{2} door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
x^{2}-x+\frac{1}{4}=\frac{3}{4}
Tel \frac{1}{2} op bij \frac{1}{4} door een gemeenschappelijke noemer te bepalen en de tellers op te tellen. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
\left(x-\frac{1}{2}\right)^{2}=\frac{3}{4}
Factoriseer x^{2}-x+\frac{1}{4}. In het algemeen, als x^{2}+bx+c een kwadraatgetal is, kan het altijd worden gefactoriseerd als \left(x+\frac{b}{2}\right)^{2}.
\sqrt{\left(x-\frac{1}{2}\right)^{2}}=\sqrt{\frac{3}{4}}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
x-\frac{1}{2}=\frac{\sqrt{3}}{2} x-\frac{1}{2}=-\frac{\sqrt{3}}{2}
Vereenvoudig.
x=\frac{\sqrt{3}+1}{2} x=\frac{1-\sqrt{3}}{2}
Tel aan beide kanten van de vergelijking \frac{1}{2} op.