Verifiëren
juist
Delen
Gekopieerd naar klembord
1-\frac{5}{2}=-\frac{3}{2}
Vereenvoudig de breuk \frac{15}{6} tot de kleinste termen door 3 af te trekken en weg te strepen.
\frac{2}{2}-\frac{5}{2}=-\frac{3}{2}
Converteer 1 naar breuk \frac{2}{2}.
\frac{2-5}{2}=-\frac{3}{2}
Aangezien \frac{2}{2} en \frac{5}{2} dezelfde noemer hebben, kunt u ze aftrekken door hun tellers af te trekken.
-\frac{3}{2}=-\frac{3}{2}
Trek 5 af van 2 om -3 te krijgen.
\text{true}
Vergelijk -\frac{3}{2} en -\frac{3}{2}.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}