Oplossen voor z
z = \frac{31}{10} = 3\frac{1}{10} = 3,1
Delen
Gekopieerd naar klembord
-4z+32=6z+1
Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met 4.
-4z+32-6z=1
Trek aan beide kanten 6z af.
-10z+32=1
Combineer -4z en -6z om -10z te krijgen.
-10z=1-32
Trek aan beide kanten 32 af.
-10z=-31
Trek 32 af van 1 om -31 te krijgen.
z=\frac{-31}{-10}
Deel beide zijden van de vergelijking door -10.
z=\frac{31}{10}
Breuk \frac{-31}{-10} kan worden vereenvoudigd naar \frac{31}{10} door het minteken in de noemer en in de teller weg te strepen.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}