Oplossen voor m
m = -\frac{26}{5} = -5\frac{1}{5} = -5,2
Delen
Gekopieerd naar klembord
-35m-11=\frac{-10773}{-63}
Deel beide zijden van de vergelijking door -63.
-35m-11=171
Deel -10773 door -63 om 171 te krijgen.
-35m=171+11
Voeg 11 toe aan beide zijden.
-35m=182
Tel 171 en 11 op om 182 te krijgen.
m=\frac{182}{-35}
Deel beide zijden van de vergelijking door -35.
m=-\frac{26}{5}
Vereenvoudig de breuk \frac{182}{-35} tot de kleinste termen door 7 af te trekken en weg te strepen.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}