Oplossen voor x
x=1,3
x=0,4
Grafiek
Delen
Gekopieerd naar klembord
-3x^{2}+5,1x-1,56=0
Alle vergelijkingen van de vorm ax^{2}+bx+c=0 kunnen worden opgelost met behulp van de kwadratische formule: \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}. De kwadratische formule biedt twee oplossingen: één wanneer ± een optelling is en één wanneer het gaat om aftrekken.
x=\frac{-5,1±\sqrt{5,1^{2}-4\left(-3\right)\left(-1,56\right)}}{2\left(-3\right)}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer -3 voor a, 5,1 voor b en -1,56 voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
x=\frac{-5,1±\sqrt{26,01-4\left(-3\right)\left(-1,56\right)}}{2\left(-3\right)}
Bereken de wortel van 5,1 door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
x=\frac{-5,1±\sqrt{26,01+12\left(-1,56\right)}}{2\left(-3\right)}
Vermenigvuldig -4 met -3.
x=\frac{-5,1±\sqrt{26,01-18,72}}{2\left(-3\right)}
Vermenigvuldig 12 met -1,56.
x=\frac{-5,1±\sqrt{7,29}}{2\left(-3\right)}
Tel 26,01 op bij -18,72 door een gemeenschappelijke noemer te bepalen en de tellers op te tellen. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
x=\frac{-5,1±\frac{27}{10}}{2\left(-3\right)}
Bereken de vierkantswortel van 7,29.
x=\frac{-5,1±\frac{27}{10}}{-6}
Vermenigvuldig 2 met -3.
x=-\frac{\frac{12}{5}}{-6}
Los nu de vergelijking x=\frac{-5,1±\frac{27}{10}}{-6} op als ± positief is. Tel -5,1 op bij \frac{27}{10} door een gemeenschappelijke noemer te bepalen en de tellers op te tellen. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
x=\frac{2}{5}
Deel -\frac{12}{5} door -6.
x=-\frac{\frac{39}{5}}{-6}
Los nu de vergelijking x=\frac{-5,1±\frac{27}{10}}{-6} op als ± negatief is. Trek \frac{27}{10} af van -5,1 door een gemeenschappelijke noemer te bepalen en de tellers af te trekken. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
x=\frac{13}{10}
Deel -\frac{39}{5} door -6.
x=\frac{2}{5} x=\frac{13}{10}
De vergelijking is nu opgelost.
-3x^{2}+5.1x-1.56=0
Kwadratische vergelijkingen zoals deze kunnen worden opgelost door de wortel te berekenen. Hiervoor moet de vergelijking deze vorm hebben: x^{2}+bx=c.
-3x^{2}+5.1x-1.56-\left(-1.56\right)=-\left(-1.56\right)
Tel aan beide kanten van de vergelijking 1.56 op.
-3x^{2}+5.1x=-\left(-1.56\right)
Als u -1.56 aftrekt van zichzelf, is de uitkomst 0.
-3x^{2}+5.1x=1.56
Trek -1.56 af van 0.
\frac{-3x^{2}+5.1x}{-3}=\frac{1.56}{-3}
Deel beide zijden van de vergelijking door -3.
x^{2}+\frac{5.1}{-3}x=\frac{1.56}{-3}
Delen door -3 maakt de vermenigvuldiging met -3 ongedaan.
x^{2}-1.7x=\frac{1.56}{-3}
Deel 5.1 door -3.
x^{2}-1.7x=-0.52
Deel 1.56 door -3.
x^{2}-1.7x+\left(-0.85\right)^{2}=-0.52+\left(-0.85\right)^{2}
Deel -1.7, de coëfficiënt van de x term door 2 om -0.85 op te halen. Voeg vervolgens het kwadraat van -0.85 toe aan beide kanten van de vergelijking. Met deze stap wordt de linkerkant van de vergelijking een perfect vierkant.
x^{2}-1.7x+0.7225=-0.52+0.7225
Bereken de wortel van -0.85 door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
x^{2}-1.7x+0.7225=0.2025
Tel -0.52 op bij 0.7225 door een gemeenschappelijke noemer te bepalen en de tellers op te tellen. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
\left(x-0.85\right)^{2}=0.2025
Factoriseer x^{2}-1.7x+0.7225. In het algemeen, wanneer x^{2}+bx+c een perfect vierkant is, kan het altijd worden gefactoreerd als \left(x+\frac{b}{2}\right)^{2}.
\sqrt{\left(x-0.85\right)^{2}}=\sqrt{0.2025}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
x-0.85=\frac{9}{20} x-0.85=-\frac{9}{20}
Vereenvoudig.
x=\frac{13}{10} x=\frac{2}{5}
Tel aan beide kanten van de vergelijking 0.85 op.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}