Oplossen voor x
x=-6
x=5
Grafiek
Delen
Gekopieerd naar klembord
x^{2}+x-6=24
Gebruik de distributieve eigenschap om x+3 te vermenigvuldigen met x-2 en gelijke termen te combineren.
x^{2}+x-6-24=0
Trek aan beide kanten 24 af.
x^{2}+x-30=0
Trek 24 af van -6 om -30 te krijgen.
x=\frac{-1±\sqrt{1^{2}-4\left(-30\right)}}{2}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer 1 voor a, 1 voor b en -30 voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
x=\frac{-1±\sqrt{1-4\left(-30\right)}}{2}
Bereken de wortel van 1.
x=\frac{-1±\sqrt{1+120}}{2}
Vermenigvuldig -4 met -30.
x=\frac{-1±\sqrt{121}}{2}
Tel 1 op bij 120.
x=\frac{-1±11}{2}
Bereken de vierkantswortel van 121.
x=\frac{10}{2}
Los nu de vergelijking x=\frac{-1±11}{2} op als ± positief is. Tel -1 op bij 11.
x=5
Deel 10 door 2.
x=-\frac{12}{2}
Los nu de vergelijking x=\frac{-1±11}{2} op als ± negatief is. Trek 11 af van -1.
x=-6
Deel -12 door 2.
x=5 x=-6
De vergelijking is nu opgelost.
x^{2}+x-6=24
Gebruik de distributieve eigenschap om x+3 te vermenigvuldigen met x-2 en gelijke termen te combineren.
x^{2}+x=24+6
Voeg 6 toe aan beide zijden.
x^{2}+x=30
Tel 24 en 6 op om 30 te krijgen.
x^{2}+x+\left(\frac{1}{2}\right)^{2}=30+\left(\frac{1}{2}\right)^{2}
Deel 1, de coëfficiënt van de x term door 2 om \frac{1}{2} op te halen. Voeg vervolgens het kwadraat van \frac{1}{2} toe aan beide kanten van de vergelijking. Met deze stap wordt de linkerkant van de vergelijking een perfect vierkant.
x^{2}+x+\frac{1}{4}=30+\frac{1}{4}
Bereken de wortel van \frac{1}{2} door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
x^{2}+x+\frac{1}{4}=\frac{121}{4}
Tel 30 op bij \frac{1}{4}.
\left(x+\frac{1}{2}\right)^{2}=\frac{121}{4}
Factoriseer x^{2}+x+\frac{1}{4}. In het algemeen, wanneer x^{2}+bx+c een perfect vierkant is, kan het altijd worden gefactoreerd als \left(x+\frac{b}{2}\right)^{2}.
\sqrt{\left(x+\frac{1}{2}\right)^{2}}=\sqrt{\frac{121}{4}}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
x+\frac{1}{2}=\frac{11}{2} x+\frac{1}{2}=-\frac{11}{2}
Vereenvoudig.
x=5 x=-6
Trek aan beide kanten van de vergelijking \frac{1}{2} af.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}