Oplossen voor x
x=-\frac{1}{2}=-0,5
x=\frac{3}{5}=0,6
Grafiek
Quiz
Quadratic Equation
5 opgaven vergelijkbaar met:
{ x }^{ 2 } - \frac{ 1 }{ 10 } x- \frac{ 3 }{ 10 } =0
Delen
Gekopieerd naar klembord
x^{2}-\frac{1}{10}x-\frac{3}{10}=0
Alle vergelijkingen van de vorm ax^{2}+bx+c=0 kunnen worden opgelost met behulp van de kwadratische formule: \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}. De kwadratische formule biedt twee oplossingen: één wanneer ± een optelling is en één wanneer het gaat om aftrekken.
x=\frac{-\left(-\frac{1}{10}\right)±\sqrt{\left(-\frac{1}{10}\right)^{2}-4\left(-\frac{3}{10}\right)}}{2}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer 1 voor a, -\frac{1}{10} voor b en -\frac{3}{10} voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
x=\frac{-\left(-\frac{1}{10}\right)±\sqrt{\frac{1}{100}-4\left(-\frac{3}{10}\right)}}{2}
Bereken de wortel van -\frac{1}{10} door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
x=\frac{-\left(-\frac{1}{10}\right)±\sqrt{\frac{1}{100}+\frac{6}{5}}}{2}
Vermenigvuldig -4 met -\frac{3}{10}.
x=\frac{-\left(-\frac{1}{10}\right)±\sqrt{\frac{121}{100}}}{2}
Tel \frac{1}{100} op bij \frac{6}{5} door een gemeenschappelijke noemer te bepalen en de tellers op te tellen. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
x=\frac{-\left(-\frac{1}{10}\right)±\frac{11}{10}}{2}
Bereken de vierkantswortel van \frac{121}{100}.
x=\frac{\frac{1}{10}±\frac{11}{10}}{2}
Het tegenovergestelde van -\frac{1}{10} is \frac{1}{10}.
x=\frac{\frac{6}{5}}{2}
Los nu de vergelijking x=\frac{\frac{1}{10}±\frac{11}{10}}{2} op als ± positief is. Tel \frac{1}{10} op bij \frac{11}{10} door een gemeenschappelijke noemer te bepalen en de tellers op te tellen. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
x=\frac{3}{5}
Deel \frac{6}{5} door 2.
x=-\frac{1}{2}
Los nu de vergelijking x=\frac{\frac{1}{10}±\frac{11}{10}}{2} op als ± negatief is. Trek \frac{11}{10} af van \frac{1}{10} door een gemeenschappelijke noemer te bepalen en de tellers af te trekken. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
x=\frac{3}{5} x=-\frac{1}{2}
De vergelijking is nu opgelost.
x^{2}-\frac{1}{10}x-\frac{3}{10}=0
Kwadratische vergelijkingen zoals deze kunnen worden opgelost door de wortel te berekenen. Hiervoor moet de vergelijking deze vorm hebben: x^{2}+bx=c.
x^{2}-\frac{1}{10}x-\frac{3}{10}-\left(-\frac{3}{10}\right)=-\left(-\frac{3}{10}\right)
Tel aan beide kanten van de vergelijking \frac{3}{10} op.
x^{2}-\frac{1}{10}x=-\left(-\frac{3}{10}\right)
Als u -\frac{3}{10} aftrekt van zichzelf, is de uitkomst 0.
x^{2}-\frac{1}{10}x=\frac{3}{10}
Trek -\frac{3}{10} af van 0.
x^{2}-\frac{1}{10}x+\left(-\frac{1}{20}\right)^{2}=\frac{3}{10}+\left(-\frac{1}{20}\right)^{2}
Deel -\frac{1}{10}, de coëfficiënt van de x term door 2 om -\frac{1}{20} op te halen. Voeg vervolgens het kwadraat van -\frac{1}{20} toe aan beide kanten van de vergelijking. Met deze stap wordt de linkerkant van de vergelijking een perfect vierkant.
x^{2}-\frac{1}{10}x+\frac{1}{400}=\frac{3}{10}+\frac{1}{400}
Bereken de wortel van -\frac{1}{20} door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
x^{2}-\frac{1}{10}x+\frac{1}{400}=\frac{121}{400}
Tel \frac{3}{10} op bij \frac{1}{400} door een gemeenschappelijke noemer te bepalen en de tellers op te tellen. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
\left(x-\frac{1}{20}\right)^{2}=\frac{121}{400}
Factoriseer x^{2}-\frac{1}{10}x+\frac{1}{400}. In het algemeen, wanneer x^{2}+bx+c een perfect vierkant is, kan het altijd worden gefactoreerd als \left(x+\frac{b}{2}\right)^{2}.
\sqrt{\left(x-\frac{1}{20}\right)^{2}}=\sqrt{\frac{121}{400}}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
x-\frac{1}{20}=\frac{11}{20} x-\frac{1}{20}=-\frac{11}{20}
Vereenvoudig.
x=\frac{3}{5} x=-\frac{1}{2}
Tel aan beide kanten van de vergelijking \frac{1}{20} op.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}