Oplossen voor x
x=\frac{\sqrt{3}}{2}\approx 0,866025404
x=-\frac{\sqrt{3}}{2}\approx -0,866025404
Grafiek
Delen
Gekopieerd naar klembord
2x^{2}=\frac{9}{6}
Combineer x^{2} en x^{2} om 2x^{2} te krijgen.
2x^{2}=\frac{3}{2}
Vereenvoudig de breuk \frac{9}{6} tot de kleinste termen door 3 af te trekken en weg te strepen.
x^{2}=\frac{\frac{3}{2}}{2}
Deel beide zijden van de vergelijking door 2.
x^{2}=\frac{3}{2\times 2}
Druk \frac{\frac{3}{2}}{2} uit als een enkele breuk.
x^{2}=\frac{3}{4}
Vermenigvuldig 2 en 2 om 4 te krijgen.
x=\frac{\sqrt{3}}{2} x=-\frac{\sqrt{3}}{2}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
2x^{2}=\frac{9}{6}
Combineer x^{2} en x^{2} om 2x^{2} te krijgen.
2x^{2}=\frac{3}{2}
Vereenvoudig de breuk \frac{9}{6} tot de kleinste termen door 3 af te trekken en weg te strepen.
2x^{2}-\frac{3}{2}=0
Trek aan beide kanten \frac{3}{2} af.
x=\frac{0±\sqrt{0^{2}-4\times 2\left(-\frac{3}{2}\right)}}{2\times 2}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer 2 voor a, 0 voor b en -\frac{3}{2} voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
x=\frac{0±\sqrt{-4\times 2\left(-\frac{3}{2}\right)}}{2\times 2}
Bereken de wortel van 0.
x=\frac{0±\sqrt{-8\left(-\frac{3}{2}\right)}}{2\times 2}
Vermenigvuldig -4 met 2.
x=\frac{0±\sqrt{12}}{2\times 2}
Vermenigvuldig -8 met -\frac{3}{2}.
x=\frac{0±2\sqrt{3}}{2\times 2}
Bereken de vierkantswortel van 12.
x=\frac{0±2\sqrt{3}}{4}
Vermenigvuldig 2 met 2.
x=\frac{\sqrt{3}}{2}
Los nu de vergelijking x=\frac{0±2\sqrt{3}}{4} op als ± positief is.
x=-\frac{\sqrt{3}}{2}
Los nu de vergelijking x=\frac{0±2\sqrt{3}}{4} op als ± negatief is.
x=\frac{\sqrt{3}}{2} x=-\frac{\sqrt{3}}{2}
De vergelijking is nu opgelost.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}