Oplossen voor m
m=1+2i
m=1-2i
Delen
Gekopieerd naar klembord
m^{2}-2m+5=0
Alle vergelijkingen van de vorm ax^{2}+bx+c=0 kunnen worden opgelost met behulp van de kwadratische formule: \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}. De kwadratische formule biedt twee oplossingen: één wanneer ± een optelling is en één wanneer het gaat om aftrekken.
m=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{\left(-2\right)^{2}-4\times 5}}{2}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer 1 voor a, -2 voor b en 5 voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
m=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{4-4\times 5}}{2}
Bereken de wortel van -2.
m=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{4-20}}{2}
Vermenigvuldig -4 met 5.
m=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{-16}}{2}
Tel 4 op bij -20.
m=\frac{-\left(-2\right)±4i}{2}
Bereken de vierkantswortel van -16.
m=\frac{2±4i}{2}
Het tegenovergestelde van -2 is 2.
m=\frac{2+4i}{2}
Los nu de vergelijking m=\frac{2±4i}{2} op als ± positief is. Tel 2 op bij 4i.
m=1+2i
Deel 2+4i door 2.
m=\frac{2-4i}{2}
Los nu de vergelijking m=\frac{2±4i}{2} op als ± negatief is. Trek 4i af van 2.
m=1-2i
Deel 2-4i door 2.
m=1+2i m=1-2i
De vergelijking is nu opgelost.
m^{2}-2m+5=0
Kwadratische vergelijkingen zoals deze kunnen worden opgelost door de wortel te berekenen. Hiervoor moet de vergelijking deze vorm hebben: x^{2}+bx=c.
m^{2}-2m+5-5=-5
Trek aan beide kanten van de vergelijking 5 af.
m^{2}-2m=-5
Als u 5 aftrekt van zichzelf, is de uitkomst 0.
m^{2}-2m+1=-5+1
Deel -2, de coëfficiënt van de x term door 2 om -1 op te halen. Voeg vervolgens het kwadraat van -1 toe aan beide kanten van de vergelijking. Met deze stap wordt de linkerkant van de vergelijking een perfect vierkant.
m^{2}-2m+1=-4
Tel -5 op bij 1.
\left(m-1\right)^{2}=-4
Factoriseer m^{2}-2m+1. In het algemeen, wanneer x^{2}+bx+c een perfect vierkant is, kan het altijd worden gefactoreerd als \left(x+\frac{b}{2}\right)^{2}.
\sqrt{\left(m-1\right)^{2}}=\sqrt{-4}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
m-1=2i m-1=-2i
Vereenvoudig.
m=1+2i m=1-2i
Tel aan beide kanten van de vergelijking 1 op.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}