Overslaan en naar de inhoud gaan
Determinant berekenen
Tick mark Image
Evalueren
Tick mark Image

Delen

det(\left(\begin{matrix}1&2&3\\1&1&2\\0&1&2\end{matrix}\right))
Bepaal de determinant van de matrix met behulp van de diagonaalmethode.
\left(\begin{matrix}1&2&3&1&2\\1&1&2&1&1\\0&1&2&0&1\end{matrix}\right)
Breid de oorspronkelijke matrix uit door de eerste twee kolommen te herhalen als de vierde en vijfde kolom.
2+3=5
Vermenigvuldig langs de diagonaal naar beneden, beginnend bij de invoer linksboven, en tel de resulterende producten op.
2+2\times 2=6
Vermenigvuldig langs de diagonaal naar boven, beginnend bij de invoer linksonder, en tel de resulterende producten op.
5-6
Trek de som van de producten van de bovendiagonaal af van de som van de producten van de onderdiagonaal.
-1
Trek 6 af van 5.
det(\left(\begin{matrix}1&2&3\\1&1&2\\0&1&2\end{matrix}\right))
Bepaal de determinant van de matrix met de methode voor de ontwikkeling met minoren (ook wel de ontwikkeling met cofactoren genoemd).
det(\left(\begin{matrix}1&2\\1&2\end{matrix}\right))-2det(\left(\begin{matrix}1&2\\0&2\end{matrix}\right))+3det(\left(\begin{matrix}1&1\\0&1\end{matrix}\right))
Voor het ontwikkelen met minoren vermenigvuldigt u elk element van de eerste rij met de bijbehorende minor die de determinant is van de 2\times 2-matrix die is gemaakt door de rij en de kolom te verwijderen die dit element bevatten. Vervolgens vermenigvuldigt u met het positieteken van het element.
2-2-2\times 2+3
Voor de 2\times 2 matrix \left(\begin{matrix}a&b\\c&d\end{matrix}\right) wordt de determinant ad-bc.
-2\times 2+3
Vereenvoudig.
-1
Tel de termen op om het eindresultaat te berekenen.