Overslaan en naar de inhoud gaan
Evalueren
Tick mark Image
Factoriseren
Tick mark Image

Vergelijkbare problemen van Web Search

Delen

det(\left(\begin{matrix}1&1&2\\2&1&2\\3&2&1\end{matrix}\right))
Bepaal de determinant van de matrix met behulp van de diagonaalmethode.
\left(\begin{matrix}1&1&2&1&1\\2&1&2&2&1\\3&2&1&3&2\end{matrix}\right)
Breid de oorspronkelijke matrix uit door de eerste twee kolommen te herhalen als de vierde en vijfde kolom.
1+2\times 3+2\times 2\times 2=15
Vermenigvuldig langs de diagonaal naar beneden, beginnend bij de invoer linksboven, en tel de resulterende producten op.
3\times 2+2\times 2+2=12
Vermenigvuldig langs de diagonaal naar boven, beginnend bij de invoer linksonder, en tel de resulterende producten op.
15-12
Trek de som van de producten van de bovendiagonaal af van de som van de producten van de onderdiagonaal.
3
Trek 12 af van 15.
det(\left(\begin{matrix}1&1&2\\2&1&2\\3&2&1\end{matrix}\right))
Bepaal de determinant van de matrix met de methode voor de ontwikkeling met minoren (ook wel de ontwikkeling met cofactoren genoemd).
det(\left(\begin{matrix}1&2\\2&1\end{matrix}\right))-det(\left(\begin{matrix}2&2\\3&1\end{matrix}\right))+2det(\left(\begin{matrix}2&1\\3&2\end{matrix}\right))
Voor het ontwikkelen met minoren vermenigvuldigt u elk element van de eerste rij met de bijbehorende minor die de determinant is van de 2\times 2-matrix die is gemaakt door de rij en de kolom te verwijderen die dit element bevatten. Vervolgens vermenigvuldigt u met het positieteken van het element.
1-2\times 2-\left(2-3\times 2\right)+2\left(2\times 2-3\right)
Voor de 2\times 2 matrix \left(\begin{matrix}a&b\\c&d\end{matrix}\right) wordt de determinant ad-bc.
-3-\left(-4\right)+2
Vereenvoudig.
3
Tel de termen op om het eindresultaat te berekenen.