Overslaan en naar de inhoud gaan
Oplossen voor x, y
Tick mark Image
Grafiek

Vergelijkbare problemen van Web Search

Delen

2x+4y=2060,5x+7y=1640
Als u een vergelijkingenpaar wilt oplossen met behulp van substitutie, lost u eerst één van de vergelijkingen op voor één van de variabelen. Substitueer vervolgens het resultaat voor deze variabele in de andere vergelijking.
2x+4y=2060
Kies een van de vergelijkingen en los deze op voor x, door x te isoleren aan de linkerkant van het gelijkteken.
2x=-4y+2060
Trek aan beide kanten van de vergelijking 4y af.
x=\frac{1}{2}\left(-4y+2060\right)
Deel beide zijden van de vergelijking door 2.
x=-2y+1030
Vermenigvuldig \frac{1}{2} met -4y+2060.
5\left(-2y+1030\right)+7y=1640
Substitueer -2y+1030 voor x in de andere vergelijking: 5x+7y=1640.
-10y+5150+7y=1640
Vermenigvuldig 5 met -2y+1030.
-3y+5150=1640
Tel -10y op bij 7y.
-3y=-3510
Trek aan beide kanten van de vergelijking 5150 af.
y=1170
Deel beide zijden van de vergelijking door -3.
x=-2\times 1170+1030
Vervang 1170 door y in x=-2y+1030. Omdat de resulterende vergelijking slechts één variabele bevat, kunt u x direct oplossen.
x=-2340+1030
Vermenigvuldig -2 met 1170.
x=-1310
Tel 1030 op bij -2340.
x=-1310,y=1170
Het systeem is nu opgelost.
2x+4y=2060,5x+7y=1640
Herorden de vergelijkingen in de standaardvorm en gebruik vervolgens matrices om het systeem van vergelijkingen op te lossen.
\left(\begin{matrix}2&4\\5&7\end{matrix}\right)\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=\left(\begin{matrix}2060\\1640\end{matrix}\right)
Schrijf de vergelijkingen als matrices.
inverse(\left(\begin{matrix}2&4\\5&7\end{matrix}\right))\left(\begin{matrix}2&4\\5&7\end{matrix}\right)\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=inverse(\left(\begin{matrix}2&4\\5&7\end{matrix}\right))\left(\begin{matrix}2060\\1640\end{matrix}\right)
Vermenigvuldig de linkerkant van de vergelijking met de inverse matrix van \left(\begin{matrix}2&4\\5&7\end{matrix}\right).
\left(\begin{matrix}1&0\\0&1\end{matrix}\right)\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=inverse(\left(\begin{matrix}2&4\\5&7\end{matrix}\right))\left(\begin{matrix}2060\\1640\end{matrix}\right)
Het product van een matrix en zijn inverse is de eenheidsmatrix.
\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=inverse(\left(\begin{matrix}2&4\\5&7\end{matrix}\right))\left(\begin{matrix}2060\\1640\end{matrix}\right)
Vermenigvuldig de matrices aan de linkerkant van het gelijkteken.
\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=\left(\begin{matrix}\frac{7}{2\times 7-4\times 5}&-\frac{4}{2\times 7-4\times 5}\\-\frac{5}{2\times 7-4\times 5}&\frac{2}{2\times 7-4\times 5}\end{matrix}\right)\left(\begin{matrix}2060\\1640\end{matrix}\right)
Voor de 2\times 2-matrix, \left(\begin{matrix}a&b\\c&d\end{matrix}\right), is de inverse matrix \left(\begin{matrix}\frac{d}{ad-bc}&\frac{-b}{ad-bc}\\\frac{-c}{ad-bc}&\frac{a}{ad-bc}\end{matrix}\right). De matrixvergelijking kan dus opnieuw worden geschreven als een matrixvermenigvuldigingsprobleem.
\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=\left(\begin{matrix}-\frac{7}{6}&\frac{2}{3}\\\frac{5}{6}&-\frac{1}{3}\end{matrix}\right)\left(\begin{matrix}2060\\1640\end{matrix}\right)
Voer de berekeningen uit.
\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=\left(\begin{matrix}-\frac{7}{6}\times 2060+\frac{2}{3}\times 1640\\\frac{5}{6}\times 2060-\frac{1}{3}\times 1640\end{matrix}\right)
Vermenigvuldig de matrices.
\left(\begin{matrix}x\\y\end{matrix}\right)=\left(\begin{matrix}-1310\\1170\end{matrix}\right)
Voer de berekeningen uit.
x=-1310,y=1170
Herleid de matrixelementen x en y.
2x+4y=2060,5x+7y=1640
Als u wilt oplossen door eliminatie, moeten de coëfficiënten van een van de variabelen gelijk zijn in beide vergelijkingen, zodat de variabele wordt weggestreept wanneer de ene vergelijking wordt afgetrokken van de andere.
5\times 2x+5\times 4y=5\times 2060,2\times 5x+2\times 7y=2\times 1640
Als u 2x en 5x gelijk wilt maken, vermenigvuldigt u alle termen aan elke kant van de eerste vergelijking met 5 en alle termen aan elke kant van de tweede vergelijking met 2.
10x+20y=10300,10x+14y=3280
Vereenvoudig.
10x-10x+20y-14y=10300-3280
Trek 10x+14y=3280 af van 10x+20y=10300 door gelijke termen aan elke kant van het gelijkteken af te trekken.
20y-14y=10300-3280
Tel 10x op bij -10x. De termen 10x en -10x worden tegen elkaar weggestreept. Hierdoor blijft er een oplosbare vergelijking met slechts één variabele over.
6y=10300-3280
Tel 20y op bij -14y.
6y=7020
Tel 10300 op bij -3280.
y=1170
Deel beide zijden van de vergelijking door 6.
5x+7\times 1170=1640
Vervang 1170 door y in 5x+7y=1640. Omdat de resulterende vergelijking slechts één variabele bevat, kunt u x direct oplossen.
5x+8190=1640
Vermenigvuldig 7 met 1170.
5x=-6550
Trek aan beide kanten van de vergelijking 8190 af.
x=-1310
Deel beide zijden van de vergelijking door 5.
x=-1310,y=1170
Het systeem is nu opgelost.