Overslaan en naar de inhoud gaan
Oplossen voor x
Tick mark Image
Grafiek

Vergelijkbare problemen van Web Search

Delen

2=x\left(x-1\right)+x\times 2
Variabele x kan niet gelijk zijn aan de waarden 0,1 omdat deling door nul niet is gedefinieerd. Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met x\left(x-1\right), de kleinste gemeenschappelijke noemer van x\left(x-1\right),x-1.
2=x^{2}-x+x\times 2
Gebruik de distributieve eigenschap om x te vermenigvuldigen met x-1.
2=x^{2}+x
Combineer -x en x\times 2 om x te krijgen.
x^{2}+x=2
Verwissel de kanten zodat alle variabelen zich aan de linkerkant bevinden.
x^{2}+x-2=0
Trek aan beide kanten 2 af.
x=\frac{-1±\sqrt{1^{2}-4\left(-2\right)}}{2}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer 1 voor a, 1 voor b en -2 voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
x=\frac{-1±\sqrt{1-4\left(-2\right)}}{2}
Bereken de wortel van 1.
x=\frac{-1±\sqrt{1+8}}{2}
Vermenigvuldig -4 met -2.
x=\frac{-1±\sqrt{9}}{2}
Tel 1 op bij 8.
x=\frac{-1±3}{2}
Bereken de vierkantswortel van 9.
x=\frac{2}{2}
Los nu de vergelijking x=\frac{-1±3}{2} op als ± positief is. Tel -1 op bij 3.
x=1
Deel 2 door 2.
x=-\frac{4}{2}
Los nu de vergelijking x=\frac{-1±3}{2} op als ± negatief is. Trek 3 af van -1.
x=-2
Deel -4 door 2.
x=1 x=-2
De vergelijking is nu opgelost.
x=-2
Variabele x kan niet gelijk zijn aan 1.
2=x\left(x-1\right)+x\times 2
Variabele x kan niet gelijk zijn aan de waarden 0,1 omdat deling door nul niet is gedefinieerd. Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met x\left(x-1\right), de kleinste gemeenschappelijke noemer van x\left(x-1\right),x-1.
2=x^{2}-x+x\times 2
Gebruik de distributieve eigenschap om x te vermenigvuldigen met x-1.
2=x^{2}+x
Combineer -x en x\times 2 om x te krijgen.
x^{2}+x=2
Verwissel de kanten zodat alle variabelen zich aan de linkerkant bevinden.
x^{2}+x+\left(\frac{1}{2}\right)^{2}=2+\left(\frac{1}{2}\right)^{2}
Deel 1, de coëfficiënt van de x term door 2 om \frac{1}{2} op te halen. Voeg vervolgens het kwadraat van \frac{1}{2} toe aan beide kanten van de vergelijking. Met deze stap wordt de linkerkant van de vergelijking een perfect vierkant.
x^{2}+x+\frac{1}{4}=2+\frac{1}{4}
Bereken de wortel van \frac{1}{2} door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
x^{2}+x+\frac{1}{4}=\frac{9}{4}
Tel 2 op bij \frac{1}{4}.
\left(x+\frac{1}{2}\right)^{2}=\frac{9}{4}
Factoriseer x^{2}+x+\frac{1}{4}. In het algemeen, wanneer x^{2}+bx+c een perfect vierkant is, kan het altijd worden gefactoreerd als \left(x+\frac{b}{2}\right)^{2}.
\sqrt{\left(x+\frac{1}{2}\right)^{2}}=\sqrt{\frac{9}{4}}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
x+\frac{1}{2}=\frac{3}{2} x+\frac{1}{2}=-\frac{3}{2}
Vereenvoudig.
x=1 x=-2
Trek aan beide kanten van de vergelijking \frac{1}{2} af.
x=-2
Variabele x kan niet gelijk zijn aan 1.