Oplossen voor x
x=10
x=-10
Grafiek
Delen
Gekopieerd naar klembord
\frac{180}{360}x^{2}=50
\pi aan beide zijden tegen elkaar wegstrepen.
\frac{1}{2}x^{2}=50
Vereenvoudig de breuk \frac{180}{360} tot de kleinste termen door 180 af te trekken en weg te strepen.
\frac{1}{2}x^{2}-50=0
Trek aan beide kanten 50 af.
x^{2}-100=0
Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met 2.
\left(x-10\right)\left(x+10\right)=0
Houd rekening met x^{2}-100. Herschrijf x^{2}-100 als x^{2}-10^{2}. Het verschil tussen de kwadraten kan worden beschouwd met behulp van de regel: a^{2}-b^{2}=\left(a-b\right)\left(a+b\right).
x=10 x=-10
Als u oplossingen voor vergelijkingen zoekt, lost u x-10=0 en x+10=0 op.
\frac{180}{360}x^{2}=50
\pi aan beide zijden tegen elkaar wegstrepen.
\frac{1}{2}x^{2}=50
Vereenvoudig de breuk \frac{180}{360} tot de kleinste termen door 180 af te trekken en weg te strepen.
x^{2}=50\times 2
Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met 2, het omgekeerde van \frac{1}{2}.
x^{2}=100
Vermenigvuldig 50 en 2 om 100 te krijgen.
x=10 x=-10
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
\frac{180}{360}x^{2}=50
\pi aan beide zijden tegen elkaar wegstrepen.
\frac{1}{2}x^{2}=50
Vereenvoudig de breuk \frac{180}{360} tot de kleinste termen door 180 af te trekken en weg te strepen.
\frac{1}{2}x^{2}-50=0
Trek aan beide kanten 50 af.
x=\frac{0±\sqrt{0^{2}-4\times \frac{1}{2}\left(-50\right)}}{2\times \frac{1}{2}}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer \frac{1}{2} voor a, 0 voor b en -50 voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
x=\frac{0±\sqrt{-4\times \frac{1}{2}\left(-50\right)}}{2\times \frac{1}{2}}
Bereken de wortel van 0.
x=\frac{0±\sqrt{-2\left(-50\right)}}{2\times \frac{1}{2}}
Vermenigvuldig -4 met \frac{1}{2}.
x=\frac{0±\sqrt{100}}{2\times \frac{1}{2}}
Vermenigvuldig -2 met -50.
x=\frac{0±10}{2\times \frac{1}{2}}
Bereken de vierkantswortel van 100.
x=\frac{0±10}{1}
Vermenigvuldig 2 met \frac{1}{2}.
x=10
Los nu de vergelijking x=\frac{0±10}{1} op als ± positief is.
x=-10
Los nu de vergelijking x=\frac{0±10}{1} op als ± negatief is.
x=10 x=-10
De vergelijking is nu opgelost.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}