Oplossen voor k
k=2
k=-\frac{2}{3}\approx -0,666666667
Delen
Gekopieerd naar klembord
1\left(1-\frac{k}{2}\right)\left(2-k\right)=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met 2.
\left(1-\frac{k}{2}\right)\left(2-k\right)=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Gebruik de distributieve eigenschap om 1 te vermenigvuldigen met 1-\frac{k}{2}.
2-k+2\left(-\frac{k}{2}\right)-\left(-\frac{k}{2}\right)k=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Pas de distributieve eigenschap toe door elke term van 1-\frac{k}{2} te vermenigvuldigen met elke term van 2-k.
2-k+\frac{-2k}{2}-\left(-\frac{k}{2}\right)k=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Druk 2\left(-\frac{k}{2}\right) uit als een enkele breuk.
2-k-k-\left(-\frac{k}{2}\right)k=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Streep 2 en 2 weg.
2-2k-\left(-\frac{k}{2}\right)k=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Combineer -k en -k om -2k te krijgen.
2-2k+\frac{k}{2}k=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Vermenigvuldig -1 en -1 om 1 te krijgen.
2-2k+\frac{kk}{2}=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Druk \frac{k}{2}k uit als een enkele breuk.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Vermenigvuldig k en k om k^{2} te krijgen.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=\left(2k+4\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Gebruik de distributieve eigenschap om 2 te vermenigvuldigen met k+2.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=2k+2k\left(-\frac{k}{2}\right)+4+4\left(-\frac{k}{2}\right)
Pas de distributieve eigenschap toe door elke term van 2k+4 te vermenigvuldigen met elke term van 1-\frac{k}{2}.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=2k+\frac{-2k}{2}k+4+4\left(-\frac{k}{2}\right)
Druk 2\left(-\frac{k}{2}\right) uit als een enkele breuk.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=2k-kk+4+4\left(-\frac{k}{2}\right)
Streep 2 en 2 weg.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=2k-kk+4-2k
Streep de grootste gemene deler 2 in 4 en 2 tegen elkaar weg.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=-kk+4
Combineer 2k en -2k om 0 te krijgen.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=-k^{2}+4
Vermenigvuldig k en k om k^{2} te krijgen.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}+k^{2}=4
Voeg k^{2} toe aan beide zijden.
2-2k+\frac{3}{2}k^{2}=4
Combineer \frac{k^{2}}{2} en k^{2} om \frac{3}{2}k^{2} te krijgen.
2-2k+\frac{3}{2}k^{2}-4=0
Trek aan beide kanten 4 af.
-2-2k+\frac{3}{2}k^{2}=0
Trek 4 af van 2 om -2 te krijgen.
\frac{3}{2}k^{2}-2k-2=0
Alle vergelijkingen van de vorm ax^{2}+bx+c=0 kunnen worden opgelost met behulp van de kwadratische formule: \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}. De kwadratische formule biedt twee oplossingen: één wanneer ± een optelling is en één wanneer het gaat om aftrekken.
k=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{\left(-2\right)^{2}-4\times \frac{3}{2}\left(-2\right)}}{2\times \frac{3}{2}}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer \frac{3}{2} voor a, -2 voor b en -2 voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
k=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{4-4\times \frac{3}{2}\left(-2\right)}}{2\times \frac{3}{2}}
Bereken de wortel van -2.
k=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{4-6\left(-2\right)}}{2\times \frac{3}{2}}
Vermenigvuldig -4 met \frac{3}{2}.
k=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{4+12}}{2\times \frac{3}{2}}
Vermenigvuldig -6 met -2.
k=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{16}}{2\times \frac{3}{2}}
Tel 4 op bij 12.
k=\frac{-\left(-2\right)±4}{2\times \frac{3}{2}}
Bereken de vierkantswortel van 16.
k=\frac{2±4}{2\times \frac{3}{2}}
Het tegenovergestelde van -2 is 2.
k=\frac{2±4}{3}
Vermenigvuldig 2 met \frac{3}{2}.
k=\frac{6}{3}
Los nu de vergelijking k=\frac{2±4}{3} op als ± positief is. Tel 2 op bij 4.
k=2
Deel 6 door 3.
k=-\frac{2}{3}
Los nu de vergelijking k=\frac{2±4}{3} op als ± negatief is. Trek 4 af van 2.
k=2 k=-\frac{2}{3}
De vergelijking is nu opgelost.
1\left(1-\frac{k}{2}\right)\left(2-k\right)=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met 2.
\left(1-\frac{k}{2}\right)\left(2-k\right)=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Gebruik de distributieve eigenschap om 1 te vermenigvuldigen met 1-\frac{k}{2}.
2-k+2\left(-\frac{k}{2}\right)-\left(-\frac{k}{2}\right)k=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Pas de distributieve eigenschap toe door elke term van 1-\frac{k}{2} te vermenigvuldigen met elke term van 2-k.
2-k+\frac{-2k}{2}-\left(-\frac{k}{2}\right)k=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Druk 2\left(-\frac{k}{2}\right) uit als een enkele breuk.
2-k-k-\left(-\frac{k}{2}\right)k=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Streep 2 en 2 weg.
2-2k-\left(-\frac{k}{2}\right)k=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Combineer -k en -k om -2k te krijgen.
2-2k+\frac{k}{2}k=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Vermenigvuldig -1 en -1 om 1 te krijgen.
2-2k+\frac{kk}{2}=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Druk \frac{k}{2}k uit als een enkele breuk.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=2\left(k+2\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Vermenigvuldig k en k om k^{2} te krijgen.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=\left(2k+4\right)\left(1-\frac{k}{2}\right)
Gebruik de distributieve eigenschap om 2 te vermenigvuldigen met k+2.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=2k+2k\left(-\frac{k}{2}\right)+4+4\left(-\frac{k}{2}\right)
Pas de distributieve eigenschap toe door elke term van 2k+4 te vermenigvuldigen met elke term van 1-\frac{k}{2}.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=2k+\frac{-2k}{2}k+4+4\left(-\frac{k}{2}\right)
Druk 2\left(-\frac{k}{2}\right) uit als een enkele breuk.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=2k-kk+4+4\left(-\frac{k}{2}\right)
Streep 2 en 2 weg.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=2k-kk+4-2k
Streep de grootste gemene deler 2 in 4 en 2 tegen elkaar weg.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=-kk+4
Combineer 2k en -2k om 0 te krijgen.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}=-k^{2}+4
Vermenigvuldig k en k om k^{2} te krijgen.
2-2k+\frac{k^{2}}{2}+k^{2}=4
Voeg k^{2} toe aan beide zijden.
2-2k+\frac{3}{2}k^{2}=4
Combineer \frac{k^{2}}{2} en k^{2} om \frac{3}{2}k^{2} te krijgen.
-2k+\frac{3}{2}k^{2}=4-2
Trek aan beide kanten 2 af.
-2k+\frac{3}{2}k^{2}=2
Trek 2 af van 4 om 2 te krijgen.
\frac{3}{2}k^{2}-2k=2
Kwadratische vergelijkingen zoals deze kunnen worden opgelost door de wortel te berekenen. Hiervoor moet de vergelijking deze vorm hebben: x^{2}+bx=c.
\frac{\frac{3}{2}k^{2}-2k}{\frac{3}{2}}=\frac{2}{\frac{3}{2}}
Deel beide kanten van de vergelijking door \frac{3}{2}. Dit is hetzelfde is als beide kanten vermenigvuldigen met de omgekeerde waarde van de breuk.
k^{2}+\left(-\frac{2}{\frac{3}{2}}\right)k=\frac{2}{\frac{3}{2}}
Delen door \frac{3}{2} maakt de vermenigvuldiging met \frac{3}{2} ongedaan.
k^{2}-\frac{4}{3}k=\frac{2}{\frac{3}{2}}
Deel -2 door \frac{3}{2} door -2 te vermenigvuldigen met de omgekeerde waarde van \frac{3}{2}.
k^{2}-\frac{4}{3}k=\frac{4}{3}
Deel 2 door \frac{3}{2} door 2 te vermenigvuldigen met de omgekeerde waarde van \frac{3}{2}.
k^{2}-\frac{4}{3}k+\left(-\frac{2}{3}\right)^{2}=\frac{4}{3}+\left(-\frac{2}{3}\right)^{2}
Deel -\frac{4}{3}, de coëfficiënt van de x term door 2 om -\frac{2}{3} op te halen. Voeg vervolgens het kwadraat van -\frac{2}{3} toe aan beide kanten van de vergelijking. Met deze stap wordt de linkerkant van de vergelijking een perfect vierkant.
k^{2}-\frac{4}{3}k+\frac{4}{9}=\frac{4}{3}+\frac{4}{9}
Bereken de wortel van -\frac{2}{3} door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
k^{2}-\frac{4}{3}k+\frac{4}{9}=\frac{16}{9}
Tel \frac{4}{3} op bij \frac{4}{9} door een gemeenschappelijke noemer te bepalen en de tellers op te tellen. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
\left(k-\frac{2}{3}\right)^{2}=\frac{16}{9}
Factoriseer k^{2}-\frac{4}{3}k+\frac{4}{9}. In het algemeen, wanneer x^{2}+bx+c een perfect vierkant is, kan het altijd worden gefactoreerd als \left(x+\frac{b}{2}\right)^{2}.
\sqrt{\left(k-\frac{2}{3}\right)^{2}}=\sqrt{\frac{16}{9}}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
k-\frac{2}{3}=\frac{4}{3} k-\frac{2}{3}=-\frac{4}{3}
Vereenvoudig.
k=2 k=-\frac{2}{3}
Tel aan beide kanten van de vergelijking \frac{2}{3} op.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}