Overslaan en naar de inhoud gaan
Oplossen voor y
Tick mark Image
Grafiek

Vergelijkbare problemen van Web Search

Delen

y^{2}-y=0
Variabele y kan niet gelijk zijn aan -3 omdat deling door nul niet is gedefinieerd. Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met y+3.
y\left(y-1\right)=0
Factoriseer y.
y=0 y=1
Als u oplossingen voor vergelijkingen zoekt, lost u y=0 en y-1=0 op.
y^{2}-y=0
Variabele y kan niet gelijk zijn aan -3 omdat deling door nul niet is gedefinieerd. Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met y+3.
y=\frac{-\left(-1\right)±\sqrt{1}}{2}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer 1 voor a, -1 voor b en 0 voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
y=\frac{-\left(-1\right)±1}{2}
Bereken de vierkantswortel van 1.
y=\frac{1±1}{2}
Het tegenovergestelde van -1 is 1.
y=\frac{2}{2}
Los nu de vergelijking y=\frac{1±1}{2} op als ± positief is. Tel 1 op bij 1.
y=1
Deel 2 door 2.
y=\frac{0}{2}
Los nu de vergelijking y=\frac{1±1}{2} op als ± negatief is. Trek 1 af van 1.
y=0
Deel 0 door 2.
y=1 y=0
De vergelijking is nu opgelost.
y^{2}-y=0
Variabele y kan niet gelijk zijn aan -3 omdat deling door nul niet is gedefinieerd. Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met y+3.
y^{2}-y+\left(-\frac{1}{2}\right)^{2}=\left(-\frac{1}{2}\right)^{2}
Deel -1, de coëfficiënt van de x term door 2 om -\frac{1}{2} op te halen. Voeg vervolgens het kwadraat van -\frac{1}{2} toe aan beide kanten van de vergelijking. Met deze stap wordt de linkerkant van de vergelijking een perfect vierkant.
y^{2}-y+\frac{1}{4}=\frac{1}{4}
Bereken de wortel van -\frac{1}{2} door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
\left(y-\frac{1}{2}\right)^{2}=\frac{1}{4}
Factoriseer y^{2}-y+\frac{1}{4}. In het algemeen, wanneer x^{2}+bx+c een perfect vierkant is, kan het altijd worden gefactoreerd als \left(x+\frac{b}{2}\right)^{2}.
\sqrt{\left(y-\frac{1}{2}\right)^{2}}=\sqrt{\frac{1}{4}}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
y-\frac{1}{2}=\frac{1}{2} y-\frac{1}{2}=-\frac{1}{2}
Vereenvoudig.
y=1 y=0
Tel aan beide kanten van de vergelijking \frac{1}{2} op.