Overslaan en naar de inhoud gaan
Oplossen voor x
Tick mark Image
Grafiek

Vergelijkbare problemen van Web Search

Delen

\left(x+2\right)\left(x-4\right)=1\times 1
Variabele x kan niet gelijk zijn aan de waarden -3,-2 omdat deling door nul niet is gedefinieerd. Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met \left(x+2\right)\left(x+3\right), de kleinste gemeenschappelijke noemer van x+3,x^{2}+5x+6.
x^{2}-2x-8=1\times 1
Gebruik de distributieve eigenschap om x+2 te vermenigvuldigen met x-4 en gelijke termen te combineren.
x^{2}-2x-8=1
Vermenigvuldig 1 en 1 om 1 te krijgen.
x^{2}-2x-8-1=0
Trek aan beide kanten 1 af.
x^{2}-2x-9=0
Trek 1 af van -8 om -9 te krijgen.
x=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{\left(-2\right)^{2}-4\left(-9\right)}}{2}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer 1 voor a, -2 voor b en -9 voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
x=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{4-4\left(-9\right)}}{2}
Bereken de wortel van -2.
x=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{4+36}}{2}
Vermenigvuldig -4 met -9.
x=\frac{-\left(-2\right)±\sqrt{40}}{2}
Tel 4 op bij 36.
x=\frac{-\left(-2\right)±2\sqrt{10}}{2}
Bereken de vierkantswortel van 40.
x=\frac{2±2\sqrt{10}}{2}
Het tegenovergestelde van -2 is 2.
x=\frac{2\sqrt{10}+2}{2}
Los nu de vergelijking x=\frac{2±2\sqrt{10}}{2} op als ± positief is. Tel 2 op bij 2\sqrt{10}.
x=\sqrt{10}+1
Deel 2+2\sqrt{10} door 2.
x=\frac{2-2\sqrt{10}}{2}
Los nu de vergelijking x=\frac{2±2\sqrt{10}}{2} op als ± negatief is. Trek 2\sqrt{10} af van 2.
x=1-\sqrt{10}
Deel 2-2\sqrt{10} door 2.
x=\sqrt{10}+1 x=1-\sqrt{10}
De vergelijking is nu opgelost.
\left(x+2\right)\left(x-4\right)=1\times 1
Variabele x kan niet gelijk zijn aan de waarden -3,-2 omdat deling door nul niet is gedefinieerd. Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met \left(x+2\right)\left(x+3\right), de kleinste gemeenschappelijke noemer van x+3,x^{2}+5x+6.
x^{2}-2x-8=1\times 1
Gebruik de distributieve eigenschap om x+2 te vermenigvuldigen met x-4 en gelijke termen te combineren.
x^{2}-2x-8=1
Vermenigvuldig 1 en 1 om 1 te krijgen.
x^{2}-2x=1+8
Voeg 8 toe aan beide zijden.
x^{2}-2x=9
Tel 1 en 8 op om 9 te krijgen.
x^{2}-2x+1=9+1
Deel -2, de coëfficiënt van de x term door 2 om -1 op te halen. Voeg vervolgens het kwadraat van -1 toe aan beide zijden van de vergelijking. Met deze stap wordt de linkerzijde van de vergelijking een perfect vier kant.
x^{2}-2x+1=10
Tel 9 op bij 1.
\left(x-1\right)^{2}=10
Factoriseer x^{2}-2x+1. In het algemeen, als x^{2}+bx+c een kwadraatgetal is, kan het altijd worden gefactoriseerd als \left(x+\frac{b}{2}\right)^{2}.
\sqrt{\left(x-1\right)^{2}}=\sqrt{10}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
x-1=\sqrt{10} x-1=-\sqrt{10}
Vereenvoudig.
x=\sqrt{10}+1 x=1-\sqrt{10}
Tel aan beide kanten van de vergelijking 1 op.