Los j-8/j+10=j-1/j+3 op

$$\frac { j - 8 } { j + 10 } = \frac { j - 1 } { j + 3 }$$

Oplossen voor j

$$j=-1$$

Stappen voor oplossen lineaire vergelijking

Variabele j kan niet gelijk zijn aan de waarden -10,-3 omdat deling door nul niet is gedefinieerd. Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met \left(j+3\right)\left(j+10\right), de kleinste gemeenschappelijke noemer van j+10,j+3.

$$\left(j+3\right)\left(j-8\right)=\left(j+10\right)\left(j-1\right)$$

Gebruik de distributieve eigenschap om j+3 te vermenigvuldigen met j-8 en gelijke termen te combineren.

$$j^{2}-5j-24=\left(j+10\right)\left(j-1\right)$$

Gebruik de distributieve eigenschap om j+10 te vermenigvuldigen met j-1 en gelijke termen te combineren.

$$j^{2}-5j-24=j^{2}+9j-10$$

Trek aan beide kanten j^{2} af.

$$j^{2}-5j-24-j^{2}=9j-10$$

Combineer j^{2} en -j^{2} om 0 te krijgen.

$$-5j-24=9j-10$$

Trek aan beide kanten 9j af.

$$-5j-24-9j=-10$$

Combineer -5j en -9j om -14j te krijgen.

$$-14j-24=-10$$

Voeg 24 toe aan beide zijden.

$$-14j=-10+24$$

Tel -10 en 24 op om 14 te krijgen.

$$-14j=14$$

Deel beide zijden van de vergelijking door -14.

$$j=\frac{14}{-14}$$

Deel 14 door -14 om -1 te krijgen.

$$j=-1$$