Overslaan en naar de inhoud gaan
Verifiëren
onjuist
Tick mark Image

Vergelijkbare problemen van Web Search

Delen

9\times 4\times \left(\frac{1}{3}\right)^{2}+2\times \frac{1\times 4+1}{4}=18
Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met 18, de kleinste gemeenschappelijke noemer van 2,9.
36\times \left(\frac{1}{3}\right)^{2}+2\times \frac{1\times 4+1}{4}=18
Vermenigvuldig 9 en 4 om 36 te krijgen.
36\times \frac{1}{9}+2\times \frac{1\times 4+1}{4}=18
Bereken \frac{1}{3} tot de macht van 2 en krijg \frac{1}{9}.
\frac{36}{9}+2\times \frac{1\times 4+1}{4}=18
Vermenigvuldig 36 en \frac{1}{9} om \frac{36}{9} te krijgen.
4+2\times \frac{1\times 4+1}{4}=18
Deel 36 door 9 om 4 te krijgen.
4+2\times \frac{4+1}{4}=18
Vermenigvuldig 1 en 4 om 4 te krijgen.
4+2\times \frac{5}{4}=18
Tel 4 en 1 op om 5 te krijgen.
4+\frac{2\times 5}{4}=18
Druk 2\times \frac{5}{4} uit als een enkele breuk.
4+\frac{10}{4}=18
Vermenigvuldig 2 en 5 om 10 te krijgen.
4+\frac{5}{2}=18
Vereenvoudig de breuk \frac{10}{4} tot de kleinste termen door 2 af te trekken en weg te strepen.
\frac{8}{2}+\frac{5}{2}=18
Converteer 4 naar breuk \frac{8}{2}.
\frac{8+5}{2}=18
Aangezien \frac{8}{2} en \frac{5}{2} dezelfde noemer hebben, kunt u ze toevoegen door hun tellers toe te voegen.
\frac{13}{2}=18
Tel 8 en 5 op om 13 te krijgen.
\frac{13}{2}=\frac{36}{2}
Converteer 18 naar breuk \frac{36}{2}.
\text{false}
Vergelijk \frac{13}{2} en \frac{36}{2}.