Overslaan en naar de inhoud gaan
Oplossen voor x
Tick mark Image
Grafiek

Vergelijkbare problemen van Web Search

Delen

\left(x+1\right)\times 3x-4\left(5-x\right)=8\left(x+1\right)
Variabele x kan niet gelijk zijn aan -1 omdat deling door nul niet is gedefinieerd. Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met 4\left(x+1\right), de kleinste gemeenschappelijke noemer van 4,x+1.
\left(3x+3\right)x-4\left(5-x\right)=8\left(x+1\right)
Gebruik de distributieve eigenschap om x+1 te vermenigvuldigen met 3.
3x^{2}+3x-4\left(5-x\right)=8\left(x+1\right)
Gebruik de distributieve eigenschap om 3x+3 te vermenigvuldigen met x.
3x^{2}+3x-20+4x=8\left(x+1\right)
Gebruik de distributieve eigenschap om -4 te vermenigvuldigen met 5-x.
3x^{2}+7x-20=8\left(x+1\right)
Combineer 3x en 4x om 7x te krijgen.
3x^{2}+7x-20=8x+8
Gebruik de distributieve eigenschap om 8 te vermenigvuldigen met x+1.
3x^{2}+7x-20-8x=8
Trek aan beide kanten 8x af.
3x^{2}-x-20=8
Combineer 7x en -8x om -x te krijgen.
3x^{2}-x-20-8=0
Trek aan beide kanten 8 af.
3x^{2}-x-28=0
Trek 8 af van -20 om -28 te krijgen.
x=\frac{-\left(-1\right)±\sqrt{1-4\times 3\left(-28\right)}}{2\times 3}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer 3 voor a, -1 voor b en -28 voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
x=\frac{-\left(-1\right)±\sqrt{1-12\left(-28\right)}}{2\times 3}
Vermenigvuldig -4 met 3.
x=\frac{-\left(-1\right)±\sqrt{1+336}}{2\times 3}
Vermenigvuldig -12 met -28.
x=\frac{-\left(-1\right)±\sqrt{337}}{2\times 3}
Tel 1 op bij 336.
x=\frac{1±\sqrt{337}}{2\times 3}
Het tegenovergestelde van -1 is 1.
x=\frac{1±\sqrt{337}}{6}
Vermenigvuldig 2 met 3.
x=\frac{\sqrt{337}+1}{6}
Los nu de vergelijking x=\frac{1±\sqrt{337}}{6} op als ± positief is. Tel 1 op bij \sqrt{337}.
x=\frac{1-\sqrt{337}}{6}
Los nu de vergelijking x=\frac{1±\sqrt{337}}{6} op als ± negatief is. Trek \sqrt{337} af van 1.
x=\frac{\sqrt{337}+1}{6} x=\frac{1-\sqrt{337}}{6}
De vergelijking is nu opgelost.
\left(x+1\right)\times 3x-4\left(5-x\right)=8\left(x+1\right)
Variabele x kan niet gelijk zijn aan -1 omdat deling door nul niet is gedefinieerd. Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met 4\left(x+1\right), de kleinste gemeenschappelijke noemer van 4,x+1.
\left(3x+3\right)x-4\left(5-x\right)=8\left(x+1\right)
Gebruik de distributieve eigenschap om x+1 te vermenigvuldigen met 3.
3x^{2}+3x-4\left(5-x\right)=8\left(x+1\right)
Gebruik de distributieve eigenschap om 3x+3 te vermenigvuldigen met x.
3x^{2}+3x-20+4x=8\left(x+1\right)
Gebruik de distributieve eigenschap om -4 te vermenigvuldigen met 5-x.
3x^{2}+7x-20=8\left(x+1\right)
Combineer 3x en 4x om 7x te krijgen.
3x^{2}+7x-20=8x+8
Gebruik de distributieve eigenschap om 8 te vermenigvuldigen met x+1.
3x^{2}+7x-20-8x=8
Trek aan beide kanten 8x af.
3x^{2}-x-20=8
Combineer 7x en -8x om -x te krijgen.
3x^{2}-x=8+20
Voeg 20 toe aan beide zijden.
3x^{2}-x=28
Tel 8 en 20 op om 28 te krijgen.
\frac{3x^{2}-x}{3}=\frac{28}{3}
Deel beide zijden van de vergelijking door 3.
x^{2}-\frac{1}{3}x=\frac{28}{3}
Delen door 3 maakt de vermenigvuldiging met 3 ongedaan.
x^{2}-\frac{1}{3}x+\left(-\frac{1}{6}\right)^{2}=\frac{28}{3}+\left(-\frac{1}{6}\right)^{2}
Deel -\frac{1}{3}, de coëfficiënt van de x term door 2 om -\frac{1}{6} op te halen. Voeg vervolgens het kwadraat van -\frac{1}{6} toe aan beide kanten van de vergelijking. Met deze stap wordt de linkerkant van de vergelijking een perfect vierkant.
x^{2}-\frac{1}{3}x+\frac{1}{36}=\frac{28}{3}+\frac{1}{36}
Bereken de wortel van -\frac{1}{6} door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
x^{2}-\frac{1}{3}x+\frac{1}{36}=\frac{337}{36}
Tel \frac{28}{3} op bij \frac{1}{36} door een gemeenschappelijke noemer te bepalen en de tellers op te tellen. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
\left(x-\frac{1}{6}\right)^{2}=\frac{337}{36}
Factoriseer x^{2}-\frac{1}{3}x+\frac{1}{36}. In het algemeen, wanneer x^{2}+bx+c een perfect vierkant is, kan het altijd worden gefactoreerd als \left(x+\frac{b}{2}\right)^{2}.
\sqrt{\left(x-\frac{1}{6}\right)^{2}}=\sqrt{\frac{337}{36}}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
x-\frac{1}{6}=\frac{\sqrt{337}}{6} x-\frac{1}{6}=-\frac{\sqrt{337}}{6}
Vereenvoudig.
x=\frac{\sqrt{337}+1}{6} x=\frac{1-\sqrt{337}}{6}
Tel aan beide kanten van de vergelijking \frac{1}{6} op.