Verifiëren
onjuist
Delen
Gekopieerd naar klembord
\frac{1}{2}-5=2
Vereenvoudig de breuk \frac{3}{6} tot de kleinste termen door 3 af te trekken en weg te strepen.
\frac{1}{2}-\frac{10}{2}=2
Converteer 5 naar breuk \frac{10}{2}.
\frac{1-10}{2}=2
Aangezien \frac{1}{2} en \frac{10}{2} dezelfde noemer hebben, kunt u ze aftrekken door hun tellers af te trekken.
-\frac{9}{2}=2
Trek 10 af van 1 om -9 te krijgen.
-\frac{9}{2}=\frac{4}{2}
Converteer 2 naar breuk \frac{4}{2}.
\text{false}
Vergelijk -\frac{9}{2} en \frac{4}{2}.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}