Overslaan en naar de inhoud gaan
Evalueren
Tick mark Image
Factoriseren
Tick mark Image

Vergelijkbare problemen van Web Search

Delen

\frac{\frac{2}{3}}{\frac{5}{\frac{1}{2}+1}-3\left(\frac{1}{2}-\frac{1}{4}\right)}
Vereenvoudig de breuk \frac{2}{4} tot de kleinste termen door 2 af te trekken en weg te strepen.
\frac{\frac{2}{3}}{\frac{5}{\frac{1}{2}+\frac{2}{2}}-3\left(\frac{1}{2}-\frac{1}{4}\right)}
Converteer 1 naar breuk \frac{2}{2}.
\frac{\frac{2}{3}}{\frac{5}{\frac{1+2}{2}}-3\left(\frac{1}{2}-\frac{1}{4}\right)}
Aangezien \frac{1}{2} en \frac{2}{2} dezelfde noemer hebben, kunt u ze toevoegen door hun tellers toe te voegen.
\frac{\frac{2}{3}}{\frac{5}{\frac{3}{2}}-3\left(\frac{1}{2}-\frac{1}{4}\right)}
Tel 1 en 2 op om 3 te krijgen.
\frac{\frac{2}{3}}{5\times \frac{2}{3}-3\left(\frac{1}{2}-\frac{1}{4}\right)}
Deel 5 door \frac{3}{2} door 5 te vermenigvuldigen met de omgekeerde waarde van \frac{3}{2}.
\frac{\frac{2}{3}}{\frac{5\times 2}{3}-3\left(\frac{1}{2}-\frac{1}{4}\right)}
Druk 5\times \frac{2}{3} uit als een enkele breuk.
\frac{\frac{2}{3}}{\frac{10}{3}-3\left(\frac{1}{2}-\frac{1}{4}\right)}
Vermenigvuldig 5 en 2 om 10 te krijgen.
\frac{\frac{2}{3}}{\frac{10}{3}-3\left(\frac{2}{4}-\frac{1}{4}\right)}
Kleinste gemene veelvoud van 2 en 4 is 4. Converteer \frac{1}{2} en \frac{1}{4} voor breuken met de noemer 4.
\frac{\frac{2}{3}}{\frac{10}{3}-3\times \frac{2-1}{4}}
Aangezien \frac{2}{4} en \frac{1}{4} dezelfde noemer hebben, kunt u ze aftrekken door hun tellers af te trekken.
\frac{\frac{2}{3}}{\frac{10}{3}-3\times \frac{1}{4}}
Trek 1 af van 2 om 1 te krijgen.
\frac{\frac{2}{3}}{\frac{10}{3}-\frac{3}{4}}
Vermenigvuldig 3 en \frac{1}{4} om \frac{3}{4} te krijgen.
\frac{\frac{2}{3}}{\frac{40}{12}-\frac{9}{12}}
Kleinste gemene veelvoud van 3 en 4 is 12. Converteer \frac{10}{3} en \frac{3}{4} voor breuken met de noemer 12.
\frac{\frac{2}{3}}{\frac{40-9}{12}}
Aangezien \frac{40}{12} en \frac{9}{12} dezelfde noemer hebben, kunt u ze aftrekken door hun tellers af te trekken.
\frac{\frac{2}{3}}{\frac{31}{12}}
Trek 9 af van 40 om 31 te krijgen.
\frac{2}{3}\times \frac{12}{31}
Deel \frac{2}{3} door \frac{31}{12} door \frac{2}{3} te vermenigvuldigen met de omgekeerde waarde van \frac{31}{12}.
\frac{2\times 12}{3\times 31}
Vermenigvuldig \frac{2}{3} met \frac{12}{31} door teller maal teller en noemer maal noemer te vermenigvuldigen.
\frac{24}{93}
Vermenigvuldig in de breuk \frac{2\times 12}{3\times 31}.
\frac{8}{31}
Vereenvoudig de breuk \frac{24}{93} tot de kleinste termen door 3 af te trekken en weg te strepen.