Oplossen voor x (complex solution)
x=\frac{-3+\sqrt{591}i}{10}\approx -0,3+2,431049156i
x=\frac{-\sqrt{591}i-3}{10}\approx -0,3-2,431049156i
Grafiek
Delen
Gekopieerd naar klembord
\frac{1}{5}x-3=\frac{5}{10}x\left(x+1\right)
Vermenigvuldig 5 en \frac{1}{10} om \frac{5}{10} te krijgen.
\frac{1}{5}x-3=\frac{1}{2}x\left(x+1\right)
Vereenvoudig de breuk \frac{5}{10} tot de kleinste termen door 5 af te trekken en weg te strepen.
\frac{1}{5}x-3=\frac{1}{2}xx+\frac{1}{2}x
Gebruik de distributieve eigenschap om \frac{1}{2}x te vermenigvuldigen met x+1.
\frac{1}{5}x-3=\frac{1}{2}x^{2}+\frac{1}{2}x
Vermenigvuldig x en x om x^{2} te krijgen.
\frac{1}{5}x-3-\frac{1}{2}x^{2}=\frac{1}{2}x
Trek aan beide kanten \frac{1}{2}x^{2} af.
\frac{1}{5}x-3-\frac{1}{2}x^{2}-\frac{1}{2}x=0
Trek aan beide kanten \frac{1}{2}x af.
-\frac{3}{10}x-3-\frac{1}{2}x^{2}=0
Combineer \frac{1}{5}x en -\frac{1}{2}x om -\frac{3}{10}x te krijgen.
-\frac{1}{2}x^{2}-\frac{3}{10}x-3=0
Alle vergelijkingen van de vorm ax^{2}+bx+c=0 kunnen worden opgelost met behulp van de kwadratische formule: \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}. De kwadratische formule biedt twee oplossingen: één wanneer ± een optelling is en één wanneer het gaat om aftrekken.
x=\frac{-\left(-\frac{3}{10}\right)±\sqrt{\left(-\frac{3}{10}\right)^{2}-4\left(-\frac{1}{2}\right)\left(-3\right)}}{2\left(-\frac{1}{2}\right)}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer -\frac{1}{2} voor a, -\frac{3}{10} voor b en -3 voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
x=\frac{-\left(-\frac{3}{10}\right)±\sqrt{\frac{9}{100}-4\left(-\frac{1}{2}\right)\left(-3\right)}}{2\left(-\frac{1}{2}\right)}
Bereken de wortel van -\frac{3}{10} door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
x=\frac{-\left(-\frac{3}{10}\right)±\sqrt{\frac{9}{100}+2\left(-3\right)}}{2\left(-\frac{1}{2}\right)}
Vermenigvuldig -4 met -\frac{1}{2}.
x=\frac{-\left(-\frac{3}{10}\right)±\sqrt{\frac{9}{100}-6}}{2\left(-\frac{1}{2}\right)}
Vermenigvuldig 2 met -3.
x=\frac{-\left(-\frac{3}{10}\right)±\sqrt{-\frac{591}{100}}}{2\left(-\frac{1}{2}\right)}
Tel \frac{9}{100} op bij -6.
x=\frac{-\left(-\frac{3}{10}\right)±\frac{\sqrt{591}i}{10}}{2\left(-\frac{1}{2}\right)}
Bereken de vierkantswortel van -\frac{591}{100}.
x=\frac{\frac{3}{10}±\frac{\sqrt{591}i}{10}}{2\left(-\frac{1}{2}\right)}
Het tegenovergestelde van -\frac{3}{10} is \frac{3}{10}.
x=\frac{\frac{3}{10}±\frac{\sqrt{591}i}{10}}{-1}
Vermenigvuldig 2 met -\frac{1}{2}.
x=\frac{3+\sqrt{591}i}{-10}
Los nu de vergelijking x=\frac{\frac{3}{10}±\frac{\sqrt{591}i}{10}}{-1} op als ± positief is. Tel \frac{3}{10} op bij \frac{i\sqrt{591}}{10}.
x=\frac{-\sqrt{591}i-3}{10}
Deel \frac{3+i\sqrt{591}}{10} door -1.
x=\frac{-\sqrt{591}i+3}{-10}
Los nu de vergelijking x=\frac{\frac{3}{10}±\frac{\sqrt{591}i}{10}}{-1} op als ± negatief is. Trek \frac{i\sqrt{591}}{10} af van \frac{3}{10}.
x=\frac{-3+\sqrt{591}i}{10}
Deel \frac{3-i\sqrt{591}}{10} door -1.
x=\frac{-\sqrt{591}i-3}{10} x=\frac{-3+\sqrt{591}i}{10}
De vergelijking is nu opgelost.
\frac{1}{5}x-3=\frac{5}{10}x\left(x+1\right)
Vermenigvuldig 5 en \frac{1}{10} om \frac{5}{10} te krijgen.
\frac{1}{5}x-3=\frac{1}{2}x\left(x+1\right)
Vereenvoudig de breuk \frac{5}{10} tot de kleinste termen door 5 af te trekken en weg te strepen.
\frac{1}{5}x-3=\frac{1}{2}xx+\frac{1}{2}x
Gebruik de distributieve eigenschap om \frac{1}{2}x te vermenigvuldigen met x+1.
\frac{1}{5}x-3=\frac{1}{2}x^{2}+\frac{1}{2}x
Vermenigvuldig x en x om x^{2} te krijgen.
\frac{1}{5}x-3-\frac{1}{2}x^{2}=\frac{1}{2}x
Trek aan beide kanten \frac{1}{2}x^{2} af.
\frac{1}{5}x-3-\frac{1}{2}x^{2}-\frac{1}{2}x=0
Trek aan beide kanten \frac{1}{2}x af.
-\frac{3}{10}x-3-\frac{1}{2}x^{2}=0
Combineer \frac{1}{5}x en -\frac{1}{2}x om -\frac{3}{10}x te krijgen.
-\frac{3}{10}x-\frac{1}{2}x^{2}=3
Voeg 3 toe aan beide zijden. Een waarde plus nul retourneert zichzelf.
-\frac{1}{2}x^{2}-\frac{3}{10}x=3
Kwadratische vergelijkingen zoals deze kunnen worden opgelost door de wortel te berekenen. Hiervoor moet de vergelijking deze vorm hebben: x^{2}+bx=c.
\frac{-\frac{1}{2}x^{2}-\frac{3}{10}x}{-\frac{1}{2}}=\frac{3}{-\frac{1}{2}}
Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met -2.
x^{2}+\left(-\frac{\frac{3}{10}}{-\frac{1}{2}}\right)x=\frac{3}{-\frac{1}{2}}
Delen door -\frac{1}{2} maakt de vermenigvuldiging met -\frac{1}{2} ongedaan.
x^{2}+\frac{3}{5}x=\frac{3}{-\frac{1}{2}}
Deel -\frac{3}{10} door -\frac{1}{2} door -\frac{3}{10} te vermenigvuldigen met de omgekeerde waarde van -\frac{1}{2}.
x^{2}+\frac{3}{5}x=-6
Deel 3 door -\frac{1}{2} door 3 te vermenigvuldigen met de omgekeerde waarde van -\frac{1}{2}.
x^{2}+\frac{3}{5}x+\left(\frac{3}{10}\right)^{2}=-6+\left(\frac{3}{10}\right)^{2}
Deel \frac{3}{5}, de coëfficiënt van de x term door 2 om \frac{3}{10} op te halen. Voeg vervolgens het kwadraat van \frac{3}{10} toe aan beide kanten van de vergelijking. Met deze stap wordt de linkerkant van de vergelijking een perfect vierkant.
x^{2}+\frac{3}{5}x+\frac{9}{100}=-6+\frac{9}{100}
Bereken de wortel van \frac{3}{10} door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
x^{2}+\frac{3}{5}x+\frac{9}{100}=-\frac{591}{100}
Tel -6 op bij \frac{9}{100}.
\left(x+\frac{3}{10}\right)^{2}=-\frac{591}{100}
Factoriseer x^{2}+\frac{3}{5}x+\frac{9}{100}. In het algemeen, wanneer x^{2}+bx+c een perfect vierkant is, kan het altijd worden gefactoreerd als \left(x+\frac{b}{2}\right)^{2}.
\sqrt{\left(x+\frac{3}{10}\right)^{2}}=\sqrt{-\frac{591}{100}}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
x+\frac{3}{10}=\frac{\sqrt{591}i}{10} x+\frac{3}{10}=-\frac{\sqrt{591}i}{10}
Vereenvoudig.
x=\frac{-3+\sqrt{591}i}{10} x=\frac{-\sqrt{591}i-3}{10}
Trek aan beide kanten van de vergelijking \frac{3}{10} af.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}