Evalueren
-0,5
Factoriseren
-0,5
Delen
Gekopieerd naar klembord
\frac{1}{5}-2\left(\frac{3}{2}-1\right)+0,3
Een getal gedeeld door één blijft ongewijzigd.
\frac{1}{5}-2\left(\frac{3}{2}-\frac{2}{2}\right)+0,3
Converteer 1 naar breuk \frac{2}{2}.
\frac{1}{5}-2\times \frac{3-2}{2}+0,3
Aangezien \frac{3}{2} en \frac{2}{2} dezelfde noemer hebben, kunt u ze aftrekken door hun tellers af te trekken.
\frac{1}{5}-2\times \frac{1}{2}+0,3
Trek 2 af van 3 om 1 te krijgen.
\frac{1}{5}-1+0,3
Streep 2 en 2 weg.
\frac{1}{5}-\frac{5}{5}+0,3
Converteer 1 naar breuk \frac{5}{5}.
\frac{1-5}{5}+0,3
Aangezien \frac{1}{5} en \frac{5}{5} dezelfde noemer hebben, kunt u ze aftrekken door hun tellers af te trekken.
-\frac{4}{5}+0,3
Trek 5 af van 1 om -4 te krijgen.
-\frac{4}{5}+\frac{3}{10}
Converteer het decimale getal 0,3 naar de breuk \frac{3}{10}.
-\frac{8}{10}+\frac{3}{10}
Kleinste gemene veelvoud van 5 en 10 is 10. Converteer -\frac{4}{5} en \frac{3}{10} voor breuken met de noemer 10.
\frac{-8+3}{10}
Aangezien -\frac{8}{10} en \frac{3}{10} dezelfde noemer hebben, kunt u ze toevoegen door hun tellers toe te voegen.
\frac{-5}{10}
Tel -8 en 3 op om -5 te krijgen.
-\frac{1}{2}
Vereenvoudig de breuk \frac{-5}{10} tot de kleinste termen door 5 af te trekken en weg te strepen.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}