Overslaan en naar de inhoud gaan
Evalueren
Tick mark Image
Factoriseren
Tick mark Image

Delen

\frac{\frac{1}{2}-\frac{2}{2}+2\times 1}{\frac{1}{\sqrt{3}}\times \frac{\sqrt{3}}{1}}
Converteer 1 naar breuk \frac{2}{2}.
\frac{\frac{1-2}{2}+2\times 1}{\frac{1}{\sqrt{3}}\times \frac{\sqrt{3}}{1}}
Aangezien \frac{1}{2} en \frac{2}{2} dezelfde noemer hebben, kunt u ze aftrekken door hun tellers af te trekken.
\frac{-\frac{1}{2}+2\times 1}{\frac{1}{\sqrt{3}}\times \frac{\sqrt{3}}{1}}
Trek 2 af van 1 om -1 te krijgen.
\frac{-\frac{1}{2}+2}{\frac{1}{\sqrt{3}}\times \frac{\sqrt{3}}{1}}
Vermenigvuldig 2 en 1 om 2 te krijgen.
\frac{-\frac{1}{2}+\frac{4}{2}}{\frac{1}{\sqrt{3}}\times \frac{\sqrt{3}}{1}}
Converteer 2 naar breuk \frac{4}{2}.
\frac{\frac{-1+4}{2}}{\frac{1}{\sqrt{3}}\times \frac{\sqrt{3}}{1}}
Aangezien -\frac{1}{2} en \frac{4}{2} dezelfde noemer hebben, kunt u ze toevoegen door hun tellers toe te voegen.
\frac{\frac{3}{2}}{\frac{1}{\sqrt{3}}\times \frac{\sqrt{3}}{1}}
Tel -1 en 4 op om 3 te krijgen.
\frac{\frac{3}{2}}{\frac{\sqrt{3}}{\left(\sqrt{3}\right)^{2}}\times \frac{\sqrt{3}}{1}}
Rationaliseer de noemer van \frac{1}{\sqrt{3}} door teller en noemer te vermenigvuldigen met \sqrt{3}.
\frac{\frac{3}{2}}{\frac{\sqrt{3}}{3}\times \frac{\sqrt{3}}{1}}
Het kwadraat van \sqrt{3} is 3.
\frac{\frac{3}{2}}{\frac{\sqrt{3}}{3}\sqrt{3}}
Een getal gedeeld door één blijft ongewijzigd.
\frac{\frac{3}{2}}{\frac{\sqrt{3}\sqrt{3}}{3}}
Druk \frac{\sqrt{3}}{3}\sqrt{3} uit als een enkele breuk.
\frac{3\times 3}{2\sqrt{3}\sqrt{3}}
Deel \frac{3}{2} door \frac{\sqrt{3}\sqrt{3}}{3} door \frac{3}{2} te vermenigvuldigen met de omgekeerde waarde van \frac{\sqrt{3}\sqrt{3}}{3}.
\frac{3\times 3\sqrt{3}}{2\left(\sqrt{3}\right)^{2}\sqrt{3}}
Rationaliseer de noemer van \frac{3\times 3}{2\sqrt{3}\sqrt{3}} door teller en noemer te vermenigvuldigen met \sqrt{3}.
\frac{3\times 3\sqrt{3}}{2\times 3\sqrt{3}}
Het kwadraat van \sqrt{3} is 3.
\frac{3\times 3}{2\times 3}
Streep \sqrt{3} weg in de teller en in de noemer.
\frac{9}{2\times 3}
Vermenigvuldig 3 en 3 om 9 te krijgen.
\frac{9}{6}
Vermenigvuldig 2 en 3 om 6 te krijgen.
\frac{3}{2}
Vereenvoudig de breuk \frac{9}{6} tot de kleinste termen door 3 af te trekken en weg te strepen.