Verifiëren
onjuist
Delen
Gekopieerd naar klembord
1\times 10+1=5\left(3\times 2+1\right)
Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met 10, de kleinste gemeenschappelijke noemer van 10,2.
10+1=5\left(3\times 2+1\right)
Vermenigvuldig 1 en 10 om 10 te krijgen.
11=5\left(3\times 2+1\right)
Tel 10 en 1 op om 11 te krijgen.
11=5\left(6+1\right)
Vermenigvuldig 3 en 2 om 6 te krijgen.
11=5\times 7
Tel 6 en 1 op om 7 te krijgen.
11=35
Vermenigvuldig 5 en 7 om 35 te krijgen.
\text{false}
Vergelijk 11 en 35.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}