Oplossen voor x
x=\frac{\sqrt{3}-1}{2}\approx 0,366025404
x=\frac{-\sqrt{3}-1}{2}\approx -1,366025404
Grafiek
Delen
Gekopieerd naar klembord
x^{2}+x+\frac{1}{2}=1
Alle vergelijkingen van de vorm ax^{2}+bx+c=0 kunnen worden opgelost met behulp van de kwadratische formule: \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}. De kwadratische formule biedt twee oplossingen: één wanneer ± een optelling is en één wanneer het gaat om aftrekken.
x^{2}+x+\frac{1}{2}-1=1-1
Trek aan beide kanten van de vergelijking 1 af.
x^{2}+x+\frac{1}{2}-1=0
Als u 1 aftrekt van zichzelf, is de uitkomst 0.
x^{2}+x-\frac{1}{2}=0
Trek 1 af van \frac{1}{2}.
x=\frac{-1±\sqrt{1^{2}-4\left(-\frac{1}{2}\right)}}{2}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer 1 voor a, 1 voor b en -\frac{1}{2} voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
x=\frac{-1±\sqrt{1-4\left(-\frac{1}{2}\right)}}{2}
Bereken de wortel van 1.
x=\frac{-1±\sqrt{1+2}}{2}
Vermenigvuldig -4 met -\frac{1}{2}.
x=\frac{-1±\sqrt{3}}{2}
Tel 1 op bij 2.
x=\frac{\sqrt{3}-1}{2}
Los nu de vergelijking x=\frac{-1±\sqrt{3}}{2} op als ± positief is. Tel -1 op bij \sqrt{3}.
x=\frac{-\sqrt{3}-1}{2}
Los nu de vergelijking x=\frac{-1±\sqrt{3}}{2} op als ± negatief is. Trek \sqrt{3} af van -1.
x=\frac{\sqrt{3}-1}{2} x=\frac{-\sqrt{3}-1}{2}
De vergelijking is nu opgelost.
x^{2}+x+\frac{1}{2}=1
Kwadratische vergelijkingen zoals deze kunnen worden opgelost door de wortel te berekenen. Hiervoor moet de vergelijking deze vorm hebben: x^{2}+bx=c.
x^{2}+x+\frac{1}{2}-\frac{1}{2}=1-\frac{1}{2}
Trek aan beide kanten van de vergelijking \frac{1}{2} af.
x^{2}+x=1-\frac{1}{2}
Als u \frac{1}{2} aftrekt van zichzelf, is de uitkomst 0.
x^{2}+x=\frac{1}{2}
Trek \frac{1}{2} af van 1.
x^{2}+x+\left(\frac{1}{2}\right)^{2}=\frac{1}{2}+\left(\frac{1}{2}\right)^{2}
Deel 1, de coëfficiënt van de x term door 2 om \frac{1}{2} op te halen. Voeg vervolgens het kwadraat van \frac{1}{2} toe aan beide kanten van de vergelijking. Met deze stap wordt de linkerkant van de vergelijking een perfect vierkant.
x^{2}+x+\frac{1}{4}=\frac{1}{2}+\frac{1}{4}
Bereken de wortel van \frac{1}{2} door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
x^{2}+x+\frac{1}{4}=\frac{3}{4}
Tel \frac{1}{2} op bij \frac{1}{4} door een gemeenschappelijke noemer te bepalen en de tellers op te tellen. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
\left(x+\frac{1}{2}\right)^{2}=\frac{3}{4}
Factoriseer x^{2}+x+\frac{1}{4}. In het algemeen, wanneer x^{2}+bx+c een perfect vierkant is, kan het altijd worden gefactoreerd als \left(x+\frac{b}{2}\right)^{2}.
\sqrt{\left(x+\frac{1}{2}\right)^{2}}=\sqrt{\frac{3}{4}}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
x+\frac{1}{2}=\frac{\sqrt{3}}{2} x+\frac{1}{2}=-\frac{\sqrt{3}}{2}
Vereenvoudig.
x=\frac{\sqrt{3}-1}{2} x=\frac{-\sqrt{3}-1}{2}
Trek aan beide kanten van de vergelijking \frac{1}{2} af.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}