Overslaan en naar de inhoud gaan
Oplossen voor x
Tick mark Image
Grafiek

Vergelijkbare problemen van Web Search

Delen

\frac{5}{2}x^{2}\times 4+5x\left(-\frac{4}{5}\right)=5\times 3
Variabele x kan niet gelijk zijn aan 0 omdat deling door nul niet is gedefinieerd. Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met 5x, de kleinste gemeenschappelijke noemer van 5,x.
10x^{2}+5x\left(-\frac{4}{5}\right)=5\times 3
Vermenigvuldig \frac{5}{2} en 4 om 10 te krijgen.
10x^{2}-4x=5\times 3
Vermenigvuldig 5 en -\frac{4}{5} om -4 te krijgen.
10x^{2}-4x=15
Vermenigvuldig 5 en 3 om 15 te krijgen.
10x^{2}-4x-15=0
Trek aan beide kanten 15 af.
x=\frac{-\left(-4\right)±\sqrt{\left(-4\right)^{2}-4\times 10\left(-15\right)}}{2\times 10}
Deze vergelijking heeft de standaardvorm: ax^{2}+bx+c=0. Substitueer 10 voor a, -4 voor b en -15 voor c in de kwadratische formule, \frac{-b±\sqrt{b^{2}-4ac}}{2a}.
x=\frac{-\left(-4\right)±\sqrt{16-4\times 10\left(-15\right)}}{2\times 10}
Bereken de wortel van -4.
x=\frac{-\left(-4\right)±\sqrt{16-40\left(-15\right)}}{2\times 10}
Vermenigvuldig -4 met 10.
x=\frac{-\left(-4\right)±\sqrt{16+600}}{2\times 10}
Vermenigvuldig -40 met -15.
x=\frac{-\left(-4\right)±\sqrt{616}}{2\times 10}
Tel 16 op bij 600.
x=\frac{-\left(-4\right)±2\sqrt{154}}{2\times 10}
Bereken de vierkantswortel van 616.
x=\frac{4±2\sqrt{154}}{2\times 10}
Het tegenovergestelde van -4 is 4.
x=\frac{4±2\sqrt{154}}{20}
Vermenigvuldig 2 met 10.
x=\frac{2\sqrt{154}+4}{20}
Los nu de vergelijking x=\frac{4±2\sqrt{154}}{20} op als ± positief is. Tel 4 op bij 2\sqrt{154}.
x=\frac{\sqrt{154}}{10}+\frac{1}{5}
Deel 4+2\sqrt{154} door 20.
x=\frac{4-2\sqrt{154}}{20}
Los nu de vergelijking x=\frac{4±2\sqrt{154}}{20} op als ± negatief is. Trek 2\sqrt{154} af van 4.
x=-\frac{\sqrt{154}}{10}+\frac{1}{5}
Deel 4-2\sqrt{154} door 20.
x=\frac{\sqrt{154}}{10}+\frac{1}{5} x=-\frac{\sqrt{154}}{10}+\frac{1}{5}
De vergelijking is nu opgelost.
\frac{5}{2}x^{2}\times 4+5x\left(-\frac{4}{5}\right)=5\times 3
Variabele x kan niet gelijk zijn aan 0 omdat deling door nul niet is gedefinieerd. Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met 5x, de kleinste gemeenschappelijke noemer van 5,x.
10x^{2}+5x\left(-\frac{4}{5}\right)=5\times 3
Vermenigvuldig \frac{5}{2} en 4 om 10 te krijgen.
10x^{2}-4x=5\times 3
Vermenigvuldig 5 en -\frac{4}{5} om -4 te krijgen.
10x^{2}-4x=15
Vermenigvuldig 5 en 3 om 15 te krijgen.
\frac{10x^{2}-4x}{10}=\frac{15}{10}
Deel beide zijden van de vergelijking door 10.
x^{2}+\left(-\frac{4}{10}\right)x=\frac{15}{10}
Delen door 10 maakt de vermenigvuldiging met 10 ongedaan.
x^{2}-\frac{2}{5}x=\frac{15}{10}
Vereenvoudig de breuk \frac{-4}{10} tot de kleinste termen door 2 af te trekken en weg te strepen.
x^{2}-\frac{2}{5}x=\frac{3}{2}
Vereenvoudig de breuk \frac{15}{10} tot de kleinste termen door 5 af te trekken en weg te strepen.
x^{2}-\frac{2}{5}x+\left(-\frac{1}{5}\right)^{2}=\frac{3}{2}+\left(-\frac{1}{5}\right)^{2}
Deel -\frac{2}{5}, de coëfficiënt van de x term door 2 om -\frac{1}{5} op te halen. Voeg vervolgens het kwadraat van -\frac{1}{5} toe aan beide kanten van de vergelijking. Met deze stap wordt de linkerkant van de vergelijking een perfect vierkant.
x^{2}-\frac{2}{5}x+\frac{1}{25}=\frac{3}{2}+\frac{1}{25}
Bereken de wortel van -\frac{1}{5} door de wortel te berekenen van zowel de teller als de noemer van de breuk.
x^{2}-\frac{2}{5}x+\frac{1}{25}=\frac{77}{50}
Tel \frac{3}{2} op bij \frac{1}{25} door een gemeenschappelijke noemer te bepalen en de tellers op te tellen. Vereenvoudig vervolgens de breuk naar de kleinste termen indien mogelijk.
\left(x-\frac{1}{5}\right)^{2}=\frac{77}{50}
Factoriseer x^{2}-\frac{2}{5}x+\frac{1}{25}. In het algemeen, wanneer x^{2}+bx+c een perfect vierkant is, kan het altijd worden gefactoreerd als \left(x+\frac{b}{2}\right)^{2}.
\sqrt{\left(x-\frac{1}{5}\right)^{2}}=\sqrt{\frac{77}{50}}
Neem de vierkantswortel van beide zijden van de vergelijking.
x-\frac{1}{5}=\frac{\sqrt{154}}{10} x-\frac{1}{5}=-\frac{\sqrt{154}}{10}
Vereenvoudig.
x=\frac{\sqrt{154}}{10}+\frac{1}{5} x=-\frac{\sqrt{154}}{10}+\frac{1}{5}
Tel aan beide kanten van de vergelijking \frac{1}{5} op.