Evalueren
\frac{9}{10}=0,9
Factoriseren
\frac{3 ^ {2}}{2 \cdot 5} = 0,9
Delen
Gekopieerd naar klembord
\frac{\frac{25}{40}+\frac{16}{40}}{\frac{3\times 12+5}{12}}\times \frac{1\times 2+1}{2}\times 2
Kleinste gemene veelvoud van 8 en 5 is 40. Converteer \frac{5}{8} en \frac{2}{5} voor breuken met de noemer 40.
\frac{\frac{25+16}{40}}{\frac{3\times 12+5}{12}}\times \frac{1\times 2+1}{2}\times 2
Aangezien \frac{25}{40} en \frac{16}{40} dezelfde noemer hebben, kunt u ze toevoegen door hun tellers toe te voegen.
\frac{\frac{41}{40}}{\frac{3\times 12+5}{12}}\times \frac{1\times 2+1}{2}\times 2
Tel 25 en 16 op om 41 te krijgen.
\frac{\frac{41}{40}}{\frac{36+5}{12}}\times \frac{1\times 2+1}{2}\times 2
Vermenigvuldig 3 en 12 om 36 te krijgen.
\frac{\frac{41}{40}}{\frac{41}{12}}\times \frac{1\times 2+1}{2}\times 2
Tel 36 en 5 op om 41 te krijgen.
\frac{41}{40}\times \frac{12}{41}\times \frac{1\times 2+1}{2}\times 2
Deel \frac{41}{40} door \frac{41}{12} door \frac{41}{40} te vermenigvuldigen met de omgekeerde waarde van \frac{41}{12}.
\frac{41\times 12}{40\times 41}\times \frac{1\times 2+1}{2}\times 2
Vermenigvuldig \frac{41}{40} met \frac{12}{41} door teller maal teller en noemer maal noemer te vermenigvuldigen.
\frac{12}{40}\times \frac{1\times 2+1}{2}\times 2
Streep 41 weg in de teller en in de noemer.
\frac{3}{10}\times \frac{1\times 2+1}{2}\times 2
Vereenvoudig de breuk \frac{12}{40} tot de kleinste termen door 4 af te trekken en weg te strepen.
\frac{3}{10}\times \frac{2+1}{2}\times 2
Vermenigvuldig 1 en 2 om 2 te krijgen.
\frac{3}{10}\times \frac{3}{2}\times 2
Tel 2 en 1 op om 3 te krijgen.
\frac{3\times 3}{10\times 2}\times 2
Vermenigvuldig \frac{3}{10} met \frac{3}{2} door teller maal teller en noemer maal noemer te vermenigvuldigen.
\frac{9}{20}\times 2
Vermenigvuldig in de breuk \frac{3\times 3}{10\times 2}.
\frac{9\times 2}{20}
Druk \frac{9}{20}\times 2 uit als een enkele breuk.
\frac{18}{20}
Vermenigvuldig 9 en 2 om 18 te krijgen.
\frac{9}{10}
Vereenvoudig de breuk \frac{18}{20} tot de kleinste termen door 2 af te trekken en weg te strepen.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}