Oplossen voor a
a=1
Delen
Gekopieerd naar klembord
5=-\left(3a-8\right)
Variabele a kan niet gelijk zijn aan \frac{8}{3} omdat deling door nul niet is gedefinieerd. Vermenigvuldig beide zijden van de vergelijking met 3a-8.
5=-3a+8
Zoek het tegenovergestelde van elke term om het tegenovergestelde van 3a-8 te krijgen.
-3a+8=5
Verwissel de kanten zodat alle variabelen zich aan de linkerkant bevinden.
-3a=5-8
Trek aan beide kanten 8 af.
-3a=-3
Trek 8 af van 5 om -3 te krijgen.
a=\frac{-3}{-3}
Deel beide zijden van de vergelijking door -3.
a=1
Deel -3 door -3 om 1 te krijgen.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}