Evalueren
-\frac{3}{5}=-0,6
Factoriseren
-\frac{3}{5} = -0,6
Delen
Gekopieerd naar klembord
-\frac{1}{10}+\frac{-1}{2}
Breuk \frac{-1}{10} kan worden herschreven als -\frac{1}{10} door het minteken af te trekken.
-\frac{1}{10}-\frac{1}{2}
Breuk \frac{-1}{2} kan worden herschreven als -\frac{1}{2} door het minteken af te trekken.
-\frac{1}{10}-\frac{5}{10}
Kleinste gemene veelvoud van 10 en 2 is 10. Converteer -\frac{1}{10} en \frac{1}{2} voor breuken met de noemer 10.
\frac{-1-5}{10}
Aangezien -\frac{1}{10} en \frac{5}{10} dezelfde noemer hebben, kunt u ze aftrekken door hun tellers af te trekken.
\frac{-6}{10}
Trek 5 af van -1 om -6 te krijgen.
-\frac{3}{5}
Vereenvoudig de breuk \frac{-6}{10} tot de kleinste termen door 2 af te trekken en weg te strepen.
Voorbeelden
Vierkantsvergelijking
{ x } ^ { 2 } - 4 x - 5 = 0
Trigonometrie
4 \sin \theta \cos \theta = 2 \sin \theta
Lineaire vergelijking
y = 3x + 4
Rekenen
699 * 533
Matrix
\left[ \begin{array} { l l } { 2 } & { 3 } \\ { 5 } & { 4 } \end{array} \right] \left[ \begin{array} { l l l } { 2 } & { 0 } & { 3 } \\ { -1 } & { 1 } & { 5 } \end{array} \right]
Stelselvergelijking
\left. \begin{cases} { 8x+2y = 46 } \\ { 7x+3y = 47 } \end{cases} \right.
Differentiëren
\frac { d } { d x } \frac { ( 3 x ^ { 2 } - 2 ) } { ( x - 5 ) }
Integreren
\int _ { 0 } ^ { 1 } x e ^ { - x ^ { 2 } } d x
Limieten
\lim _{x \rightarrow-3} \frac{x^{2}-9}{x^{2}+2 x-3}